Pasen

Geplaatst op februari 24, 2018

Home Meditaties Pasen

Exemple

Pasen

 In een circus laten ze wel eens zien dat iemand zich vanuit grote hoogte laat vallen in de armen van mede artiesten. Je moet elkaar dan wel volledig vertrouwen, anders doe je zoiets niet. De toeschouwers houden toch elke keer de adem in, het blijft spannend om naar te kijken. Misschien ook omdat wij weten en zien dat het in het leven niet altijd zo gaat. Je kunt niet zomaar iedereen en alles vertrouwen. Dat vinden we naief. 

 In de reclame wordt trouwens dankbaar ge(mis)bruik gemaakt van hele of halve waarheden. Dat weten we en daarom gaan we niet over één nacht ijs en proberen er achter te komen of het  klopt. Dan googelen we wat op internet, maar die informatie is ook niet helemaal te vertrouwen en wat ons via andere media wordt voorgehouden is meestal zo ingekleurd dat de hele waarheid nauwelijks of niet te achterhalen is. Goedgelovige mensen worden makkelijk bij de neus genomen. (Ik vind het opvallend dat jongeren b.v. wikipedia zien als betrouwbaar. [Symbool])
Maar wie niemand en niets gelooft komt ook niet ver. Gelukkig kunnen verreweg de meeste kinderen vertrouwen op hun ouders en de mensen om hen heen. Maar we leven wel in een tijd met ‘fake- nieuws’ en een bombardement aan informatie waar generaties voor ons zich geen enkele voorstelling van konden maken. Voorzichtigheid en kritisch onderzoek heb je nodig. 

 

Maar waar en bij wie kun je daarvoor te rade? Bij mensen en organisaties die je zelf betrouwbaar vindt. En hoe weet je dat? Het begint met je eigen ervaring. Jezus zelf zei: Geen één vader geeft toch zijn zoon een steen als hij om een brood vraagt? Of een slang als hij om een vis vraagt?’ (Lucas 11 Basisbijbel). Maar zoek en je zult vinden, klop en er zal je worden opengedaan. Dat is het tweede advies van Jezus. Ga zelf op zoek, op onderzoek. En je zult vinden. Ook als het gaat over geloof in God, in Jezus als de Opgestane. Ook als het gaat over Pasen.
 

Dan zijn we bij Thomas, één van Jezus’ leerlingen, in goed gezelschap. Als hij anderen hoort vertellen over hun ontmoeting met de Opgestane, dan gooit hij dat niet meteen aan de kant als sprookjes of wartaal van verdrietige, wanhopige mensen. Maar hij gelooft het ook niet zomaar. Hij neemt de tijd om te zoeken naar wat hij zelf gelooft. En bij wie gaat hij op zoek? Hij begint met zijn maten, zijn vrienden die drie jaar lang met Jezus hebben opgetrokken. Hij kent ze. Hij hoort de vrouwen vertellen over hun ontmoeting bij het open graf, hij hoort Petrus over zijn ontmoeting met de Levende. Maar dat is voor hem niet genoeg. De meest betrouwbare die hij kende was Jezus zelf. Hij was er bij geweest, bij zijn kruisiging, bij zijn sterven. Thomas had het nodig om zelf Jezus te ontmoeten. Dan kan hij niet anders dan stamelen: Mijn Heer, mijn God! Ik denk dat velen van ons zichzelf herkennen in hem. Dank je wel Thomas. Jouw verhaal geeft ons vertrouwen. Ook wij mogen erop vertrouwen, wie zoekt zal vinden, zal Hem ontmoeten, de Opstane, de Levende.
 

ds. Arjan Bouwknegt