Wie wel eens kijkt naar Kunst en Kitsch kan zich misschien herinneren dat er een bijzonder glas getoond werd en dat gemaakt is in 1599 in Antwerpen. De waarde werd geschat op €85.000 en het stond zomaar in de kast bij een mevrouw, die geen idee had van de waarde. Het glas is nu te zien in het Fries Museum.
Op dit glas waren allemaal namen van mensen van Friese adel gegraveerd. Het blijkt om een zogenaamde hensbeker te gaan ter gelegenheid van de verloving van Tjerck van Heerma en Lucia van Walta. Dit glas werd gegraveerd met de namen van degenen die bij de verloving aanwezig waren. Zijn netwerk zouden wij tegenwoordig zeggen. Deze Tjerck van Heerma werd in 1613 grietman (voorloper van de burgemeester) van Menaldumadeel en stierf in 1655. Hij woonde zeer waarschijnlijk op Heermastate in Berltsum, dat lag ten oosten van de huidige Vermaningsstrjitte. Deze straat heette vroeger Grietmanssteeg. Hij werd begraven in de kruiskerk die op de plek stond van de huidige Koepelkerk. De zerk is aanwezig in de kerk maar is niet zichtbaar. De steen was nog onbeschadigd gevonden op de grafkelder onder het orgel. Bij de restauratie in 1970-1980 is deze daarom onder de planken van het doophek gelegd en helaas niet zichtbaar meer. Gelukkig is rond 1959 wel een foto gemaakt en deze is bij dit artikel gevoegd.
Ik heb een uitvergroting gemaakt van het wapen van Tjerck van Heerma. Het helmteken bovenop het wapen is een fiere staande eenhoorn en in zijn wapen komen ruiten, eikels en schelpen voor. En al die symbolen komen ook voor op het wapen van de gemeente Menaldumadeel. Hij heeft dus het wapen van Menaldumadeel ontleend aan zijn eigen wapen.
Op de steen staat ook een Latijnse tekst, die vertaald als volgt luidt: “Zie, hier lig ik, een mens uit aarde gemaakt; thans stof en aarde. Maar dit tot aarde vergane zal wederom een mens worden”. Een eenhoorn, laat staan een liggende, is heel ongewoon in de heraldiek (wapenkunde). Er is wel gespeculeerd op het woeste karakter van Tsjerk en volgens de legende kan alleen een jonge maagd de woeste eenhoorn oftewel Tsjerk temmen. Dat is Luts van Walta dan kennelijk gelukt want het wapen van Menaldumadeel vertoont een liggende eenhoorn. En uit de Latijnse tekst blijkt wel dat hij een gelovig mens is (geworden): de tekst verwijst naar de opstanding van de mensen dankzij de geboorte van Jezus. En die geboorte vieren wij met Kerstmis.
Durk Osinga
Lees meer → Een tijdje geleden heb ik de lezers gevraagd of zij een foto (of iets anders hebben) over het orgel in de voormalige Gereformeerde kerk aan de Wiersterdyk. Helaas heb ik geen enkele reactie daarover gekregen. Maar wie weet komt er nog wat.
Het huidige Boegem orgel in de Kruiskerk staat nog steeds op mijn lijstje. Ik wil graag wat meer te weten komen over de bouwer Boegem maar dat wil nog niet lukken dus dat houdt u nog tegoed.
Wat ik wel gekregen heb is het volgende lofdicht over Will Boegem en het orgel, dat in de orgelkast hangt. Het is geschreven door de heer C. Teeken uit Ouderkerk aan de Amstel op 13 oktober 1968.
Opvallend is wel, dat in het boekje van meester Visser over 100 jaar Gereformeerde kerk in Berlikum staat, dat het orgel op 31 januari 1969 feestelijk in gebruik is genomen met als organist Piet van Egmond. Maar de heer Teeken was kennelijk in de gelegenheid het orgel al te bespelen. Misschien was hij betrokken bij de bouw van het orgel? Hij is in ieder geval zeer enthousiast over het orgel zoals u kunt lezen.
Durk Osinga
Lees meer →De dominee beklimt in deze coronatijd niet de preekstoel in de Koepelkerk maar staat achter de lessenaar op de avondmaalstafel.
Deur preekstoel
Het beklimmen van de preekstoel kan met recht een beklimming worden genoemd: een smalle trap en dan ook nog een deurtje dat open geduwd moet worden met vroeger de handen vol met boeken en de preek en toen had hij ook nog de lange toga aan. Op zich al een beproeving voor de dominee. Of is dit een stille verwijzing naar ‘de smalle weg’ uit de Bergrede van Jezus? De dominee zal in elk geval al blij zijn dat hij boven is en de aandacht kan richten op de gemeente. Meer lezen over De beklimming van de preekstoel
Lees meer →Het kerkelijk erfgoed van onze kerk bestaat niet alleen uit goederen in en rond beide kerkgebouwen maar ook daarbuiten. Daarom vindt u in dit zomernummer een artikel over de Bureweide of wel De Finne. Een bureweide is vanouds een gemeenschappelijk stuk weidegrond dat jaarlijks verpacht werd aan gardeniers, koemelkers en arbeiders, die daar een koe konden laten grazen. Een (koe)schar is een stuk land, waar een koe genoeg aan had om ongeveer een halfjaar lang te grazen. De Finne bestond oorspronkelijk uit 32 scharren dus er konden 32 koeien grazen. De Finne ligt aan het einde van de bewoonde Bildtdijk, linksaf It Swarte Reedsje en rechtsaf naar de Hemmemaweg. De ingang was vroeger aangegeven met palen en een hekwerk. Ik heb in 1978 deze foto genomen met het hekwerk waarvan nog 2 letters te zien zijn B.r. (bure) en het rechter hek was al verdwenen. Meer lezen over Bureweide ofwel De Finne
Lees meer →In een zaal van de Kruiskerk hangt een tekening over Sijbren Lautenbach, die in 1945 in Bergen Belsen om het leven kwam. Toen ik die tekening zag vond ik dat een goede aanleiding om in deze maand daar in deze rubriek wat over te schrijven. Hoe deze tekening daar komt weet ik niet maar deze gedenktekening kan worden beschouwd als een symbool van de strijd en de slachtoffers tijdens de oorlog 1940-1945.
Sijbren Lautenbach is geboren in 1919 en woonde op De Kamp. Hij zat in de oorlog in het verzet in Delft, werd daar opgepakt en hij is in het concentratiekamp Bergen Belsen gestorven op 25 april 1945. Hij is voor zover mij bekend de enige Berltsumer uit het verzet die in de oorlog gesneuveld is. Toch heeft die oorlogstijd veel meer wonden geslagen bij Berltsumers. Meerdere dorpsgenoten zijn toen opgepakt en niet iedereen is teruggekomen. Meer lezen over 75 jaar bevrijding
Lees meer → Op de meeste preekstoelen van de Protestantse kerken in Nederland ligt een opengeslagen kanselbijbel. Een mooi symbool waaruit blijkt, dat de bijbel nog steeds de bron is waaruit gesproken wordt. Uiteraard wordt uit deze bijbel niet meer gelezen en bereidt de dominee de preek en dienst voor op zijn computer en leest deze voor vanaf zijn print of tablet. Deze liggen dan op de bijbel. Dat de dominees het vroeger wel spannend vonden blijkt wel uit de zweetranden de verfrommelde randen van de bijbel.
Op de preekstoel ligt meestal een Statenbijbel. De Statenbijbel werd voor het eerst gedrukt in 1637. Het besluit om de bijbel te vertalen uit de oorspronkelijke tekst in het Latijns en Grieks werd door de Synode van Dordrecht genomen in 1618-1619, nu 400 jaar geleden. De eerste Statenbijbel had zilveren beslag en was met roodfluweel bekleed.
De Statenbijbel op de preekstoel in de Kruiskerk is een herdruk uit 1864 in bruin leer en zonder zilverbeslag in het oorspronkelijke formaat. Deze bijbel werd in 1887 bij de oprichting van de kerk geschonken door een van de oprichters van de Gereformeerde Kerk.
Op de avondmaalstafel ligt ook nog een kleine opengeslagen statenbijbel uit 1931 voor het gebruik thuis.
Durk Osinga
Lees meer →In de Koepelkerk liggen twee grafsteentjes van kinderen van dominee Petrus Nota, die predikant was in Berltsum van 1775 tot 1808. De tekst op de stenen is in het Latijn en deze tekst is kort geleden vertaald door Jacob van Sluis. En daaruit blijkt, dat de beide kinderen in 1775 aan de zeer besmettelijke ziekte de pokken zijn overleden.
De vertalingen zijn als volgt.
In het jaar 1775 op de dag 27 oktober is na een korte ziekte van pokken aan de uiterst bedroefde ouders ontrukt de allerliefste dochter Elisabeth Nota, op 12-jarige leeftijd, en ze ligt hier begraven.
In het jaar 1775 op de dag 23 december is tot grote smart van zijn ouders aan de pokken gestorven de beste jongeling Dominicus [Douwe] Nota, student in de letteren, in de leeftijd van 21 jaar, en hij rust onder deze steen. Meer lezen over Kindersterfte door pokkenepidemie
Lees meer → Latijn en scholen
In het vorige artikel over ons kerkelijk erfgoed traden we de wereld binnen van het Latijn. Latijn was vroeger wel meer gebruikelijk maar het geeft toch wel hoofdbrekens bleek wel. Om in onze omgeving het Latijn te leren moest je vroeger naar de Latijnse school in Leeuwarden of naar de Universiteit in Franeker, opgericht in 1584. In Berltsum was dan wel geen Latijnse school maar wel heel lang een gewone school. Ik denk niet dat de kinderen daar veel Latijns leerden maar in de oude kerk werd in de middeleeuwen voor de Reformatie in 1580 wel Latijns gesproken. Het Latijn was daarom niet vreemd.
Aan de westkant van het Centrum is een oude memoriesteen ingemetseld met een Latijnse tekst. Hieruit blijkt, dat er al in de middeleeuwen op deze plek een school stond.
De vertaling van de Latijnse tekst is namelijk als volgt:
In het jaar 1617 wordt deze school, die door ouderdom is ingestort, herbouwd uit het fonds van de Berlikumer Patroon, als Tading van Adelen administrateur (van genoemd fonds) is. Meer lezen over Latijn en scholen
Lees meer →In de Koepelkerk ligt naast het doophek een oude grafsteen van de moeder van Peter Stuyfsant, de oud-gouverneur van Nieuw Amsterdam ofwel New York. Zij was de vrouw van Balthasar Stuyfsant en hij was predikant in Berlikum van 1622 tot 1634. Zij overleed op 2 mei 1625, oud 50 jaar en werd in vorige kruiskerk op de plek van de Koepelkerk begraven. Deze steen kwam met een aantal andere grafstenen tevoorschijn bij de grote restauratie van 1970 – 1980 en hebben een plaats gekregen rondom en onder het doophek.
Tijdens Tsjerkepaad en Kunst in Kerken wordt vaak gevraagd naar deze steen. De vrijwilligers vertellen ook over deze grafsteen en men vindt het altijd heel bijzonder. Meer lezen over Oude grafsteen geeft zijn geheimen prijs
Lees meer →Het zingen van liederen, psalmen en gezangen heeft vanaf het begin van het protestantisme een belangrijke plaats in de eredienst. Vroeger nam dit veel tijd in beslag omdat het tempo en ritme waarin werd gezongen langzamer was. De kerkdiensten duurden ook veel langer. Tegenwoordig nemen muziek en beeld een belangrijker plaats in tijdens de kerkdienst. Een beamer is dan een logisch vervolg op het psalmbord. En de diensten duren korter.
Kerkliederen worden al sinds 1568 op borden aangegeven. Dit gaat terug op een besluit van het Convent van Wesel in dat jaar. Dat convent werd gehouden in een periode waarin het protestantisme in Nederland voet aan de grond kreeg. Toen werd gekozen voor de psalmberijming van Petrus Datheen. In 1773 kwam er een nieuwe psalmberijming. In 1806 verscheen er een bundel met Evangelische Gezangen. Meer lezen over Van psalmbord tot beamerscherm
Lees meer →