In de kelder onder de consistorie van de Koepelkerk zit de verwarmingsinstallatie van de kerk. Daar staat ook al jaren een oud psalmbord, dat ooit eens een plek had in de kerk. Waarschijnlijk had het een plek op de ‘kreake’ boven. De kerkrentmeesters hebben Jan Hoogterp gevraagd of hij dit bord eens wil opknappen. Jan heeft ook als hobby houtbewerken maar de meesten kennen hem als dirigent natuurlijk.
Jan heeft dit opknappen zeer grondig opgepakt en het bord uit elkaar gehaald. Enkele delen zoals het zwarte bord waren zo sterk aangetast door de houtworm, dat dit moest worden vervangen. De kleuren die tevoorschijn kwamen waren blauw en groen met een gouden bloem. De oudere kerkleden zullen de blauwe kleur nog wel kennen van voor de grote restauratie. Het bleek ook, dat op de ene zijkant van het bord de volgende tekst staat:
‘Pieter G. Hacquebart heeft dit bord gemaakt 1892 nov’ . En aan de andere zijde staat: ‘Toen heeft ds Tigchlaar bedankt voor deze gemeente en is vertrokken naar Nijland’.
Een bijzondere tekst is dit. Het komt vaak voor, dat timmerlui en schilders op een geheim plekje hun naam achterlaten met een datum waarop iets gemaakt of geschilderd is. Pieter Hacquebart was timmerman in Berltsum (1838-1925). Hij heeft eerst in Blessum gewoond en ging in 1880 naar zijn geboorteplaats Berltsum terug. Hij deed veel werk voor de Hervormde Gemeente maar het meest bekend is hij van de rij kamerwoningen aan de Hacquebartsteech aan de Buorren, die hij aan meestal arbeiders of ‘kleine luijden’ verhuurde.
De meest bijzondere tekst is de tweede tekst over ds. Tigchlaar. Ds. Johan Louis Tichelaar deed intrede op 2 november 1890 en vertrok op 25 januari 1893 naar Nijland. Zijn vorige gemeente was Staphorst. Hij vertrok dus al na 2 jaar. Het blijft wat gissen waarom Pieter Hacquebart dit psalmbord heeft gemaakt want in het rekenboek van de kerkvoogdij kan ik de kosten niet terugvinden. Misschien was hij wel blij met het vertrek en heeft hij zijn blijdschap verborgen in het psalmbord en de kosten niet in rekening gebracht. Maar misschien heeft hij zijn teleurstelling over het vertrek verwoord in het geheimschrift.
Zijn opvolger ds. Anne Jellema hield het ook maar 3 jaar vol. Daarna kwam ds. Hendrikus Van Eyck van Heslinga en die stond hier maar liefst 30 jaar tot zijn emeritaat in 1928.
Zo zie je maar weer: geheimen komen altijd uit ook al is het na 131 jaar. Maar de diepste gevoelens van Hacquebart blijven verborgen. De geschreven tekst heeft Jan Hoogterp keurig intact gehouden en is aan de achterkant te lezen.
Durk Osinga