In mijn studeerkamer hangt een groot prikbord, en daaraan hangen allemaal papiertjes. Op die papiertjes staan boeiende citaten, gedachten, Bijbelteksten en meer; allemaal pareltjes die ik ooit ergens heb gevonden. Soms weet ik nog precies waar ik het vandaan heb, en soms ben ik dat al lang vergeten. Zo kwam ik nu weer een citaat tegen dat ik ooit eens ergens las, maar geen idee waar: “Een goede kerkdienst is er één waarvan je na afloop zegt: ‘Was mijn ongelovige, onkerkelijke buurman/collega/familielid hier maar bij geweest!’
Een boeiende uitspraak, toch? Wat zou dat mooi zijn, als je na afloop van een dienst wou dat je kinderen of je dorpsgenoten déze dienst hadden meegemaakt, déze preek hadden gehoord, dít hadden ervaren wat jij ervaren hebt. En dan met name die mensen die de kerk al lang geleden gedag hebben gezegd, of die nooit een serieuze kennismaking met het geloof hebben gehad. Mijn vraag is: hoe vaak gebeurt dit? Hopelijk kun je je een dienst herinneren waarbij je dat gevoel had. Misschien heb je weleens een opname van een dienst doorgestuurd naar iemand omdat je zo enthousiast was. Hopelijk werd dat enthousiasme dan ook beaamd. Maar tegelijkertijd: een opname is weer wat anders dan het ‘live’ meemaken en er onderdeel van zijn. Hoe dan ook: wat is dit een mooi criterium om mee naar een dienst te kijken. Ook wel een beetje confronterend, zeker ook voor mij als voorganger.
Want de vraag komt onmiddelijk bij ons terug: als je dat gevoel zelden of nooit hebt, hoe kan dat? Dat kan verschillende oorzaken hebben. Misschien vond jij een dienst wel mooi, maar heb je twijfels of iemand anders het ook zou waarderen. Of je voelt een ander soort verlegenheid om het een ander aan te raden. Het is niet leuk om met iets te komen om dan van een ander te horen dat die het maar niks vindt. Of misschien ga je vooral om met kerkelijke mensen, en zou je niet weten aan wie je je aanbeveling zou moeten doen. Of, en dan wordt het spannend: je hebt voor jezelf zelden of nooit het gevoel dat een kerkdienst voor jou echt betekenisvol en levensbepalend is…
Ik neem mij de komende tijd voor om zo naar mijn eigen en naar andermans diensten te kijken: is dit zo goed, zo belangrijk, zo uitnodigend, zo voedend, dat ik de meest onkerkelijke kennis die ik heb er bij had willen hebben? Is deze dienst een moment waarop iemand ‘van buiten’ op een inspirerende en toegankelijke manier kennis maakt met het Evangelie van Christus? Zo ja: dan moet ik ook de daad bij het woord voegen en die mensen hiertoe uit gaan nodigen; livestreams doorsturen, preeksamenvattingen naar ze appen, wat dan ook. Maar zo niet: dan hebben we wel een probleem met elkaar. Dan doen we wellicht elke zondag iets wat best aardig is en een prima tijdverdrijf, maar wat je net zo goed over zou kunnen slaan. En geldt dat dan voor die kerkdienst, of stiekem eigenlijk voor ons hele geloof?
We mogen dus best wat verwachten van de zondagochtend. Maar ik doel hiermee niet alleen op het optreden van de predikant. Ik deel nog een papiertje dat op mijn prikbord hangt. Dat gaat over toen Aron nog geen jaar oud was. Ik kan me nog herinneren dat je dan soms iets aan hem wilde laten zien; hoe zorg je dan dat hij de juiste kant op kijkt? Je bent geneigd om dan te gaan staan wijzen: ‘Kijk, daar!’ Maar wat doet een dreumes? Gebiologeerd naar jouw vinger kijken, die zo enthousiast door de lucht wappert, en niet naar waar de vinger naar wijst. Ik weet nog dat dat soms haast frustrerend kon zijn: ‘kijk nou niet steeds naar mij, maar kijk naar waar ik naar wijs!’
Datzelfde ongemak voel ik soms na een dienst, als ik te horen krijg of ik het wel of niet goed gedaan heb. Mijn enige taak als predikant is om naar God te wijzen; kijk toch alsjeblieft niet naar mij, maar kijk naar waar ik naar wijs! Als een dienst de moeite waard was om te delen met iemand anders, dan moet dat gaan om meer dan het optreden van de predikant, of van de organist, of van een uitgenodigd koor of wie dan ook. Zij willen allen wijzen naar God. En als dat gebeurt, als je iets van God ontmoet in de dienst, dan zal dát de reden zijn om een volgend keer enthousiast iemand uit te nodigen.
Ik heb het meegemaakt, hoe mooi en diep kerkdiensten kunnen zijn! Hoe je hele hebben en houwen erin meedoet, hoe God ontmoet en ervaren kan worden, hoe gemeenschap met elkaar ervaren kan worden op een dieper niveau dan ergens anders. Dat zal niet elke zondag gebeuren, maar het moet wel zo nu en dan gebeuren. Laat het weten als het gebeurt. Ik vind het fijn om te horen of ik mijn werk goed gedaan heb, maar ik hoor nog veel liever of mensen God ontmoet hebben in de dienst, aangesproken zijn, op weg gestuurd zijn. Dan zullen we zéker zeggen: Was mijn ongelovige, onkerkelijke buurman/collega/familielid hier maar bij geweest!
Ds. Rob Bergsma