Kerkelijk erfgoed

archive

Home Kerkelijk erfgoed

Exemple

In de kelder onder de consistorie van de Koepelkerk zit de verwarmingsinstallatie van de kerk. Daar staat ook al jaren een oud psalmbord, dat ooit eens een plek had in de kerk. Waarschijnlijk had het een plek op de ‘kreake’ boven. De kerkrentmeesters hebben Jan Hoogterp gevraagd of hij dit bord eens wil opknappen. Jan heeft ook als hobby houtbewerken maar de meesten kennen hem als dirigent natuurlijk.

Jan heeft dit opknappen zeer grondig opgepakt en het bord uit elkaar gehaald. Enkele delen zoals het zwarte bord waren zo sterk aangetast door de houtworm, dat dit moest worden vervangen. De kleuren die tevoorschijn kwamen waren blauw en groen met een gouden bloem. De oudere kerkleden zullen de blauwe kleur nog wel kennen van voor de grote restauratie. Het bleek ook, dat op de ene zijkant van het bord de volgende tekst staat:

Pieter G. Hacquebart heeft dit bord gemaakt 1892 nov’ . En aan de andere zijde staat: ‘Toen heeft ds Tigchlaar bedankt voor deze gemeente en is vertrokken naar Nijland’.

 Een bijzondere tekst is dit. Het komt vaak voor, dat timmerlui en schilders op een geheim plekje hun naam achterlaten met een datum waarop iets gemaakt of geschilderd is. Pieter Hacquebart was timmerman in Berltsum (1838-1925). Hij heeft eerst in Blessum gewoond en ging in 1880 naar zijn geboorteplaats Berltsum terug. Hij deed veel werk voor de Hervormde Gemeente maar het meest bekend is hij van de rij kamerwoningen aan de Hacquebartsteech aan de Buorren, die hij aan meestal arbeiders of ‘kleine luijden’ verhuurde.

De meest bijzondere tekst is de tweede tekst over ds. Tigchlaar. Ds. Johan Louis Tichelaar deed intrede op 2 november 1890 en vertrok op 25 januari 1893 naar Nijland. Zijn vorige gemeente was Staphorst. Hij vertrok dus al na 2 jaar.  Het blijft wat gissen waarom Pieter Hacquebart dit psalmbord heeft gemaakt want in het rekenboek van de kerkvoogdij kan ik de kosten niet terugvinden. Misschien was hij wel blij met het vertrek en heeft hij zijn blijdschap verborgen in het psalmbord en de kosten niet in rekening gebracht. Maar misschien heeft hij zijn teleurstelling over het vertrek verwoord in het geheimschrift.

Zijn opvolger ds. Anne Jellema hield het ook maar 3 jaar vol. Daarna kwam ds. Hendrikus Van Eyck van Heslinga en die stond hier maar liefst 30 jaar tot zijn emeritaat in 1928.

Zo zie je maar weer: geheimen komen altijd uit ook al is het na 131 jaar. Maar de diepste gevoelens van Hacquebart blijven verborgen. De geschreven tekst heeft Jan Hoogterp keurig intact gehouden en is aan de achterkant te lezen.

 

 

 

 

 

 

 

 

Durk Osinga 

 

 

Read More →
Exemple

Dopen in de kerk

In oktober jl. mochten we weer getuige zijn van de doop van een kind in de kerk. Nog niet zo lang geleden was dit heel gewoon en kwam dit vaak voor in de kerkdienst op zondag. Ds. Rob Bergsma zei al, dat dit nauwelijks inbreuk maakte op de liturgie van de dienst. Nu is dat heel anders en maken we er een speciale doopdienst van.

Dopen is een heel oud sacrament in de kerk, ook Jezus liet zich dopen in de Jordaan. De kerk hield nauwkeurig bij wie gedoopt werd, wanneer en wie de ouders zijn. In de Protestantse kerk werd dit vanaf ca 1580 vastgelegd in doopboeken en van veel gemeenten zijn deze oude boeken nog aanwezig. Helaas zijn de oudste boeken in Berltsum verdwenen maar vanaf 1772 zijn ze in het archief en via internet te raadplegen, zie de foto. Uiteraard zijn ze van beide voormalige gemeenten in te zien in ons archief. En nog steeds worden de gedoopten ingeschreven in het doopboek.

Het doopbekken zelf is niet zo oud, ca 1900, maar de voet van de doopbekkenhouder is wel oud. Volgens de inventarisatie van het kerkelijk kunstbezit dateert deze houder uit 1700-1750, dus nog uit de vorige kruiskerk. Het kruis van de voet  en de drager van het doopbekken dateren van rond 1900. Helaas blijkt niet uit het kerkarchief de aanschaf en het passend maken van het nieuwe doopbekken.

Een mooi nieuw gebruik is de dooprol waarop de namen staan van de gedoopte kinderen. Ook tijdens Tsjerkepaad leidt deze rol tot veel positieve reacties. Enkele bezoekers gaven aan dit ook in hun gemeente te willen doen.

Het dopen werd dus heel belangrijk gevonden en als gemeente zijn we blij dat dit nog steeds zo is en blijvend zichtbaar is in de kerk. Immers zowel in het MFC It Stedhûs als in de Koepelkerk is elke zondag een doopbekken of doopvont aanwezig.

Durk Osinga

Read More →
Exemple

De symboliek van de preekstoel

In publicaties over de Koepelkerk wordt altijd de zeer grote preekstoel met haar vier jaargetijden en het grote klankbord genoemd. Als je een tijdje naar het geheel kijkt vallen er veel meer zaken op. Het grote geheel van de preekstoel vertelt ook een verhaal, niet alleen de vier jaargetijden. De preekstoel is niet voor niets zo groot uitgevallen, het gaat immers overs het belangrijkste protestantse kenmerk van dit deel van het kerkinterieur.

Alles in de kerk is gericht op de preekstoel als het belangrijkste onderdeel van het interieur. En van de preekstoel ligt de nadruk op het Woord van God zoals dit gelezen wordt uit de kanselbijbel. De dominee leest daaruit en geeft uitleg over dit Woord. De bijbel rust op de lessenaar die gedragen wordt door Jezus Christus in de vorm van de pelikaan, die zijn kinderen te eten geeft van het bloed uit zijn borst. In de kerkelijke symboliek is dit een heel oud beeld.

Onder het Woord van God en Jezus Christus wordt de wereld uitgebeeld met de vier jaargetijden. Heel toepasselijk in een dorp met veel tuinders (toen gardeniers) met fruithoven en kleine landerijen. Elk jaargetijde heeft verwijzingen met symbolen naar het leven op aarde en naar verbindingen met dit Woord en Jezus. En wat de bedoeling van God is met dit leven op aarde. Dit komt op veel plaatsen in de bijbel voor, zoals dominee Bergsma op 8 oktober voorlas uit Johannes 15: ”en Ik heb jullie opgedragen om op weg te gaan en vrucht te dragen, blijvende vrucht.”

In het voorjaar vind je een nest met eieren symbool van het nieuwe leven, in de zomer het gezaaide graan dat gedorst wordt, in de herfst de rijpe druiven en vruchten. De winter wordt uitgebeeld met schelpen waaruit het leven niet verdwenen maar verborgen is. Kijk maar naar de potten waarin voedsel wordt bewaard. Maar het meest opvallend zijn de schaatsen waarmee je over het ijs (bevroren levend water) gaat. De Geest van God vind je overal terug in de vorm van brandend vuur boven op het grote klankbord en op het doophek met zijn romeinse vuurpotten en de fantasie vuren aan beide zijden van het deurtje. Als je goed kijkt zijn er nog veel meer verwijzingen op de preekstoel.

De beeldhouwer Johannes George Hempel, geboren in het Duitse Thüringen maakte houtsnijwerk in de kerken van Harlingen, Sexbierum en Berltsum. Hij was bekend met de symbolische betekenis van figuren. Tegenwoordig kennen de meeste mensen deze beeldtaal niet meer. De preekstoel zelf wordt steeds minder gebruikt. Maar ja, de mensen zijn veranderd en uiteindelijk gaat het er om of de boodschap van God binnenkomt bij de mensen. In ieder geval is het bij Tsjerkepaad een verhaal dat aanspreekt bij de vele geïnteresseerde bezoekers.

Durk Osinga

Read More →
Exemple

Op 4 juni 2023 werd de eerste kerkdienst gehouden in het MFC It Stedhûs in Berltsum, een gedenkwaardig m

oment. Hoe toepasselijk was het inbrengen door gemeenteleden van de soms oude kerkelijke attributen van de oude Gereformeerde Kerk als teken dat ook hier het Woord van God verteld wordt. In deze rubriek Kerkelijk Erfgoed ga ik wat dieper in op het kerkzilver. De doopkaars is nieuw en de oude statenbijbel is al eerder aan de orde geweest.

 

Na de doopkaars en de statenbijbel werd het doopbekken ingebracht en wel door Sijke Wassenaar. Dit doopbekken is zeer waarschijnlijk uit het begin van de stichting van Gereformeerde kerk in 1887. F. Visser is in zijn geschiedenisboekje over de kerk vrij gedetailleerd maar ik heb niets kunnen lezen over dit doopbekken. Vermoedelijk heeft het in een ring gehangen op een staander. Dit doopbekken is in 1966 in de gemarmerde zuil in het liturgisch centrum van de nieuwe Kruiskerk geplaatst. En nu heeft het een nieuwe plek in het nieuwe verplaatsbare liturgisch centrum gekregen.

 

Het avondmaal stel heeft weer een andere geschiedenis. Over het eerste avondmaal stel heb ik al eens eerder geschreven. Dit is in 1951 geschonken aan de nieuwe Gereformeerde kerk in Langeslag-Laag Zuthem bij Zwolle. De reden was dat in januari 1951 door een onbekende gever of geefster een nieuw avondmaalstel is aangeboden. Dit verzilverde avondmaasstel bestaat uit de sierlijke kan met beker en de broodschaal. De kan is ingebracht door Silke Posthumus en de beker en broodschaal door Annie Smits. Het geheel heeft een plek gekregen op de nieuwe avondmaalstafel van het liturgisch centrum.

Op deze manier is de voortzetting van de kerk op deze plek naar voren gebracht. Toepasselijker kan niet en we hopen dat in lengte van jaren de kerkdienst gaat houden in het MFC. Op deze manier wordt ook het beleid om kerk in het dorp te zijn, zichtbaar.

 

Durk Osinga

Read More →
Exemple

Kerkstempels

In het kerkarchief bevinden zich twee oude stempels. Dit zijn oude lakstempels die bij officiële stukken in de rode lak werden geperst. Bij oude stukken van een notaris zie je ze nog wel. Tegenwoordig zijn het ‘gewone’stempels bij de notaris en zijn de stempels in het papier gedrukt. Maar de functie is dezelfde.

Ik heb wel eens gezocht in de notulen van de kerk wanneer deze gemaakt zijn maar dat is natuurlijk monnikenwerk. Totdat ik in de onvolprezen geschiedschrijving van Watse Posthumus de opmerking vond, dat in 1896 het kerkenraadslid Jan Hacquebart voorstelde een stempel te maken voor de uitgaande post. De kerkvoogdij die tot 1951 afzonderlijk naast de kerkenraad fungeerde had al een eigen stempel. De uitvoering van het stempel is precies gelijk dus die zal ook in 1896 gemaakt zijn. Wat staat er nu op de zegels?

Het kerkenraadszegel  heeft als randschrift : Sig. Ecclesiae Berlcumanae Senatus  (=zegel Kerk Belcum kerkenraad) en de afbeelding is de heilige Michael met de draak. De vorige romaanse kerk uit 1348 was gewijd aan de heilige Michael.

Het andere zegel is van de voormalige kerkvoogdij, nu de kerkrentmeesters. Het randschrift luidt: Sig. Ecclesiae Belcumanae (=zegel kerk Belcum). De afbeelding staat ook op de oude gevelsteen die na de restauratie in 1972-1980 in de zuidoost muur is geplaatst. Op deze steen staat een afbeelding van een romaanse kerk en op het dak een liggend lam, dat een vaandel draagt. Het lam met een vaandel is een rooms katholieke voorstelling van het zegevierende Lam Gods (=Jezus Christus) of ook wel het Sint Jans Lam. Als je even googled op internet kom je beide afbeeldingen tegen. In het Latijn is dit het Agnus Deï. In de middeleeuwen was de kerk in Berltsum een rooms katholieke kerk zoals overal, dus deze afbeelding was niet zo vreemd.

De afbeelding van de kerk is nog wel een raadsel. De voorganger van de huidige Koepelkerk was een kruiskerk, die in 1348 gereedkwam. Deze kerk had twee aanbouwen of kapellen. In die tijd bestond er ook een Jansleen, waarvan de opbrengst aan de kerk toekwam. Misschien was een van de kapellen wel gewijd aan het Jansleen en ligt hier een link met het Sint Jans Lam. We zullen het wel nooit precies te weten komen. De kerk zelf was gewijd aan Sint Michael. Een vergelijkbare afbeelding van deze gevelsteen staat ook op de oudste avondmaalsbeker uit 1601 en op het memoriebord in de kerk. Maar misschien is het ook wel een afbeelding van de eerste kerk in Berltsum uit de 11e eeuw.

Het is wel bijzonder, dat rond 1900 met deze zegels een link werd gelegd met de oude kerken in Berltsum vanaf de eerste kerkstichting. Eigenlijk verdienen deze stempels een betere plek dan in een stoffig sigarendoosje om te laten zien dat er al ca. 1000 jaar een kerk is in Berltsum.

Durk Osinga

Read More →
Exemple

De Koepelkerk huisvest al vanaf de 60-er jaren van de vorige eeuw een bijzondere kolonie vleermuizen, namelijk de meervleermuis ofwel Myotis dasycneme. Toen is namelijk een geringd exemplaar gevonden bij de kerk. Deze zeldzame vleermuissoort krijgt onder het kerkdak haar jongen en is een belangrijke kraamkolonie van deze soort in Noord-west Europa. Deze soort komt op de lijst voor van zeer bedreigde diersoorten. Uit onderzoek in 2015 door Hogeschool Van Hall Larenstein uit Leeuwarden blijkt onder andere dat deze vleermuizensoort algemener voorkomt dan eerst werd gedacht.

Deze soort overwintert in de Zuid-Limburgse mergelgroeven. Begin april gaan de vleermuizen via de waterwegen naar hun kraamkamers in Friesland en Noord-Holland. De Koepelkerk is in 2000 gerestaureerd en toen zijn speciale voorzieningen getroffen onder het kerkdak ten behoeve van deze kraamkolonie. De vleermuizen veroorzaakten namelijk  mestoverlast op de kerkzolder en dat leidde weer tot het voorkomen van de bonte knaagkever in het hout. Momenteel is er weinig overlast meer van de vleermuizen, Jaarlijks wordt in de zomer een telling gedaan van het aantal vleermuizen dat uitvliegt.

De voormalige koster Sake Postma maakte samen met de vogelwacht 1 x per jaar de kerkzolder schoon en dat doen nu Cor van Dijk en Tjerk Kooistra maar de populatie is helaas sterk gekrompen. Vorig jaar waren dat nog maar een dertig. Dertig jaar geleden waren dan nog 220-230 wijfjes. De exacte oorzaak is niet bekend maar aangenomen wordt, dat dit komt doordat er steeds minder insecten zijn door veranderingen in en het gebruik van het landschap. En de insecten zijn weer het voedsel voor de vleermuizen.

Sake en Jeltje Postma waren aan het opruimen en kwamen weer het plakboek tegen van de kerkrestauratie in 2000 en het snoeien van de bomen om het kerkhof. Maar ook bijgaande foto met op de achterkant een bedankje door de vleermuisonderzoekers van de Universiteit van Utrecht: “31/3/2009 Met veel dank voor de hartelijke gastvrijheid die wij altijd van jullie hebben ondervonden. Graag komen we nog vele jaren in juni bij jullie langs. W.g. Aldo Voûte, Zomer Bruin, Alice van Hunnik, Ronald Ridder”. De foto is uit 1992. De fotoboeken krijgen een plek in het kerkarchief.

Uit dit alles blijkt weer dat wij al jaren een gastvrije gemeente zijn, voor zeldzame vleermuizen op de kerkzolder, voor ‘vreemde onderzoekers’ die bij maanlicht op het kerkhof omdwalen maar ook uit het goede gastheer en gastvrouw zijn van onze kosters en beheerders van het kerkhof. En dat geldt uiteraard ook voor onze huidige koster Wietske van Assen.

Je kan het huisvesten van de vleermuizen beschouwen als een variant op Psalm 84:4 “Zelfs de mus vindt een huis en de zwaluw een nest waarin ze haar jongen neerlegt.”

 

Durk Osinga

Bij de foto: de jonge vleermuizen hangen aan het hout ( de ‘hangjeugd’)

Read More →
Exemple

Cadeautje uit de kringloop

Kort voor Sinterklaas kreeg ik via een familielid een cadeautje in krantenpapier. ‘Omdat ik dat wel leuk zou vinden’had hij erbij gezegd want hij kende deze rubriek in Tsjerkelûden wel, ook al woont hij niet in Berltsum.

Nieuwsgierig geworden pakte ik het uit en zag dat dit bonbonschaaltje een actie artikel was van de bakker Piet Hein de Vries. Hij heeft later de bakkerij verkocht aan Bakkerij Wijnsma en deze heeft op zijn beurt de bakkerij verkocht aan Eddy en Tina. De bakkerij heet nu gewoon De Bakkerij. Piet Hein de Vries heeft destijds tijdens de grote restauratie van de Koepelkerk (1970-1980) een actie opgestart met dit leuke stenen bonbonschaaltje en de opbrengst was voor de Koepelkerk. Ook toen leefde het hele dorp mee om dit markante gebouw in Berltsum te restaureren. Het bonbonschaaltje is nog als nieuw en heeft waarschijnlijk altijd als sier in de kast gestaan en is uiteindelijk in de kringloopwinkel terecht gekomen. Het schaaltje krijgt nu een plekje in het Centrum in overleg met de koster.

Durk Osinga

Read More →
Exemple

Predikantenbord

De bevestiging van onze nieuwe predikant Rob Bergsma was de aanleiding van de voorzitter om mij te vragen om het bord met alle predikanten te actualiseren. Dit bord hangt in de kleine consistorievan de Koepelkerk. Dit bord is in 1983 gemaakt door Watse Posthumus en deze wilde dit uiteraard graag aanvullen. Het is nu weer up-to-date. Helaas kon ik de foto niet beter krijgen maar het bord hangt in de kleine consistorie.

Daarmeekwambijmij de vraag op hoeveel predikanten zijn er geweest in Berltsum. Dit bord geeft alleen de Hervormde predikanten na 1580 weer en de predikanten na de fusie met de Gereformeerde Kerk. Een overzicht van de Gereformeerde Predikanten heb ik niet volledig. Wie kan mij daaraan helpen?

Voor de Reformatie in 1580 stonden vanaf de 11e eeuw in pastoors in Berltsum bijgestaan door kapelaans en vicarissen. De eerste in schriftelijke bronnen genoemde pastoor was Eelcko Liaukema. Hij bouwde de pastorie in 1320 en stond hier tot 1325 waarna hij abt werd in het klooster Lidlum. Het liep met hem daar niet goed af want hij werd vermoord op 24 maart 1332.

Vanaf die periode tot 1580 zijn er 21 pastoors verbonden geweest aande kerk in Berltsum. De een na laatste pastoor is ook eenbekende., namelijk Sibrandus Leo. Hij heeft beschrijvingen gemaakt van de abten levens in Lidlum en Mariëngaarde in Hallum. Hij stond ook in Menaldum. Hij ging daar in het jaar van de Reformatie (1580) met achterlating van vrouw en kinderen naar het vrouwenklooster Kuzemer (bij Oldekerk net over de grens met Groningen). Hij overleed daar in 1583. Wat het verhaal daarachter is?

Na de Reformatie hebben hier meer predikanten gestaan met een bijzonder verhaal. Dan blijkt maar weer, dat dominees ook maar gewone mensen zijn maar wel met een speciale roeping om hetWoord te verkondigen. Op het predikantenbord staat ds. Rob Bergsma als de36ste predikant van de gemeente in Berltsum.In zijn eerste preek vroeg hij zich af hoeveel preken er niet in dit gebouwgehouden zijn. Je kunt gerust stellen dat in de 1000 jaarvanaf de 11eeeuw hier ontelbare preken gehouden zijn. En wat heeft dat opgeleverd vroeg hij zich af.In ieder geval kan je stellen, datin die 1000 jaar honderdduizenden mensen naar het woord van God geluisterd hebben en daar in veelgevallen ook naar hebben gehandeld. Misschiendat daarom Watse Pothumusachter op het bord detekst uit Hebreeuwen 13:7 geschreven heeft:

Ferjit jimme foargongers net, dy’t jim mei ’t wurd fan God brocht hawwe. Hâldt foar eagen hoe’t harlibben ôfrint, nim har leauwenas foarbyld.

Durk Osinga

Read More →
Exemple

In de zomermaanden is de Koepelkerk op zaterdagmiddag open voor bezoekers, meestal toeristen. Onder indruk van de sfeer komt steevast er dan de vraag waarom deze ronde kerk is gebouwd. Het geeft een intieme en warme sfeer.

Na de Reformatie

Tot 1580 waren bijna alle kerken Rooms Katholiek en nam in het interieur het koorgedeelte met daarin het altaar de centrale plaats in. Na de Reformatie veranderde de liturgie van de dienst. Tot die tijd werd de mis vanuit het koor opgedragen. Daarna stond het Woord centraal dat verkondigd werd vanaf de preekstoel. De inrichting van de bestaande roomse kerken werd aangepast maar het bleef behelpen. In Willemstad werd in 1607 een nieuwe protestantse kerk voltooid waarbij de preekstoel centraal stond.  In Holland en Zeeland en later in het noorden werd in de 17e en 18e eeuw in een 7-tal  plaatsen dit voorbeeld gevolgd. Soms en de vorm van kruiskerken op basis van een Grieks kruis met korte gelijke armen maar ook kerken met een grondplan met acht meestal gelijke zijden. In het noorden vinden we voorbeelden van het grondplan van een Grieks kruis in Heerenveen en Harlingen. Achtkante kerken zijn er in Sappemeer (1655), Groningen (1660), St. Annaparochie (1682), Wons (1728), Berltsum (1777-1779), Smilde (1788) en Veenhuizen (1826).

Harlinger stadsbouwmeester

De Koepelkerk is gebouwd onder leiding van de stadbouwmeester van Harlingen, Willem Douwes in de classicistische Lodewijk XVI-stijl zowel van binnen als van buiten. Deze stijl kwam toen in de mode als reactie op de rococostijl met veel krullen en versieringen. De nieuwe kruiskerk in Harlingen was in 1775 gereedgekomen in dezelfde stijl zowel van binnen als van buiten met ook de centraalbouw als uitgangspunt. De kerk is dus gebouwd volgende de bouwstijl die rond 1775 in de mode was rekening houdend met de wens/voorschrift van de Synode na de reformatie om het Woord centraal te stellen en niet meer het altaar in het koor van de kerk.

De preekstoel met doophek kreeg daarom een dominante plek in het geheel op een heel andere wijze dan in Harlingen. Een volgende keer meer daarover. De foto’s uit ca 1964 geven de situatie aan voor de grote restauratie van 1972-1980.

Durk Osinga

Read More →
Exemple

Consistorie

Dit oude woord wordt nog wel gebruikt in de kerkorganisatie maar wat is het eigenlijk? De consistoriekamer of consistorie is in de protestantse kerken de ruimte waarin de kerkenraad vergadert. Deze ruimte bevindt zich normaal gesproken in het kerkgebouw, of vlak ernaast. Het wordt ook wel de kerkenraadskamer genoemd. Het is de ruimte waar predikant en (een deel van) de kerkenraad kort voor een kerkdienst even bij elkaar zijn om zo nodig informatie uit te wisselen en waar de ouderling van dienst het consistoriegebed uitspreekt.

Op de foto zie je muurwerk van ’t Centrum met daarin de tekst Consistoriegebouw 1908. Hoe zit dat nu? Op deze plek stond vanouds de school voordat de richtingenstrijd en schoolstrijd begon. Nadat in Berltsum drie nieuwe schoolgebouwen waren gesticht, is het oude schoolgebouw gesloopt en is in 1908 een nieuw gebouw gesticht, dat dienst deed als consistorie. Het is gebouwd door het timmerbedrijf J. van der Mei uit Berltsum. Dit gebouw werd ook wel de ‘grutte konsistoarje’ genoemd. Tot die tijd zullen de kerkelijke vergaderingen gehouden zijn in het schoolgebouw, dat eigendom was van de Hervormde Gemeente of in de Koepelkerk, zeker bij de stemming over kerkelijke zaken. In 1953 is dit gebouw vergroot tot het Hervormd Centrum maar daarover een andere keer meer.

De ‘lytse konsistoarje’ is de kleine ruimte naast de Koepelkerk. Deze is in 1924 gebouwd door Pieter Lolkes Lolkema, zijn eerste klus als timmerman. De architect was S. Koldijk uit Leeuwarden. In het kerkboek wordt dit de kerkekamer genoemd maar dit is natuurlijk te klein als vergaderruimte. Over het waarom van deze kamer gaf ds. Bakker uit Stiens laatst een verklaring in een praatje vooraf aan de dienst. Rond die tijd werd door de politiek een besluit genomen, dat togadragers, dus ook predikanten, niet op de openbare weg hun toga mochten dragen. Dominee kon zich niet meer omkleden in de ‘grutte konsistoarje’ maar deed dat voortaan in de konsistoarjekeamer. Dat had weer alles te maken met een conflict tussen protestant en katholiek. In de katholieke kerk werden veel processies gehouden op de openbare weg en de protestanten vonden dat dat niet kon. Tegenwoordig niet meer voor te stellen, zo verandert de tijd in 100 jaar.

Tijden veranderen en soms komt een gebruik terug. Nu wij de kerkdiensten via internet uitzenden, is een goede regie van de kerkdiensten belangrijk. De regie wordt verzorgd door het beamteam en degenen die dienst hebben zijn aanwezig in de grote consistorie ofwel ‘t Centrum. Na het consistoriegebed gaat het beamteam naar zijn plek in de herenbanken om beeld en geluid te verzorgen. De dienstdoende kerkenraadsleden en de dominee gaan nu nog door de grote deur naar binnen en zodra dit weer kan via de kleine consistorie naar de kerkzaal. Zo worden beide ruimtes weer als zodanig gebruikt.

Durk Osinga

Read More →