Kerkelijk erfgoed

archive

Home Kerkelijk erfgoed

Pinkstervuur

Pinkstervuur

Op zondag 24 mei 2015 stond de dienst in de Koepelkerk in het teken van het Pinksterfeest en het Doopfeest. Beide feesten hebben te maken met de Heilige Geest en deze wordt verbeeld met het vuur. De tongen van vuur kennen we van de uitstorting van de Heilige Geest en vuur is in de christelijke kunst de ultieme test voor zuiverheid of voor geloof. Dominee. Bouwknegt noemde in zijn preek het vuur de verbeelding van de Geest.

Beide feesten komen geweldig samen in de symboliek in de kerk. Overal in de kerk namelijk is het vuur verbeeld in het houtsnijwerk. Op de hoeken van het doophek (!) staan brandende oliepotten. Het vuur van deze oliepot kan met een schuif hoger en lager gezet worden, net zoals met olielampen. Op de traphoek naar de preekstoel staat ook een oliepot maar zonder schuif! Ook in de detaillering is deze oliepot anders dan de oliepotten op het doophek. Dit vuur kan dus niet worden gedoofd en staat dus heel toepasselijk symbool voor het eeuwige woord dat vanaf de preekstoel wordt gebracht. Aan weerszijden van de deur in het doophek staan siervazen met elk 3 kleine vuurtjes en een slinger van eikenblad met eikeltjes. Eikels zijn een teken van vruchtbaarheid, voorspoed en het vermogen tot geestelijke groei uit de kern van de waarheid. Heel toepasselijk bij de doop van kinderen, vandaar dat deze vazen op het doophek staan. De symboliek wordt nog sterker als je bedenkt, dat vroeger gedoopt werd binnen het doophek en het kind langs dit vuur in de dooptuin werd gebracht.

Bovenop het klankbord van de preekstoel staat ook vuur uitgebeeld evenals op de vazen bovenop het orgel. Omdat de kerk en het orgel tegelijk gemaakt zijn, is het niet toevallig, dat het vuur ook op het orgel staat. Als je de symboliek doortrekt, betekent dit dat met de orgelmuziek de Heilige Geest hoorbaar en voelbaar wordt.

12S001.EXP.220515.vr.Doophek.130.IMG_1269 12S001.EXP.220515.vr.Doophek.180.IMG_1275 12S001.EXP.220515.vr.Leuning.140.IMG_1334

Bij de restauratie in 1970-1980 zijn er ook oliepotten geplaatst op het doophek tegen de muur en op de voormalige kerkvoogdijbank, de linker grote bank aan de noordkant; dit is waarschijnlijk gedaan om het kerkinterieur evenwichtiger te maken.

De linkerfoto is de siervaas aan weerskanten van de deur, de middelste de oliepot op het doophek en de rechter foto is van de oliepot op de trap naar de preekstoel. Het zijn dus niet zomaar wat versieringen die de houtsnijder Johann Georg Hempel 235 jaar geleden gemaakt heeft. Hij heeft heel goed nagedacht over de symbolische betekenis van het houtsnijwerk in de kerk en op welke plek dit kwam te staan.

Durk Osinga

Lees meer →

In de Koepelkerk is bij de grote restauratie in 1970-1980 een gevelsteen in de muur gemetseld. Deze middeleeuwse steen kwam uit de brug over de Menamerfeart, toen die in 1953 verbreed werd tot de huidige brug. Het was niet toevallig, dat deze steen in de brug gemetseld was. De voorganger van deze brug was een stenen pijp zoals je ze ook nog ziet in de steden. Deze pijp was eigendom van de kerk en de kerk verhuurde jaarlijks de visserij in deze Tichelerspijp.

Wat staat er op deze gevelsteen

Gevelsteen Lam Gods op romaanse kerkOp deze steen staat een afbeelding van een romaanse kerk en op het dak een liggend lam, dat een vaandel draagt. Het lam met een vaandel is een rooms katholieke voorstelling van het zegevierende Lam Gods (=Jezus Christus ) of ook wel het Sint Jans Lam. Als je even googled op internet kom je beide afbeeldingen tegen. In het Latijn is dit het Agnus Deï. In de middeleeuwen was de kerk in Berltsum een rooms katholieke kerk zoals overal, dus deze afbeelding was niet zo vreemd. De afbeelding van de kerk is nog wel een raadsel. De voorganger van de huidige Koepelkerk was een kruiskerk, die in 1348 gereed kwam. Deze kerk had twee aanbouwen of kapellen. In die tijd bestond er ook een Jansleen, waarvan de opbrengst aan de kerk toekwam. Misschien was een van de kapellen wel gewijd aan het Jansleen en ligt hier een link met het Sint Jans Lam. We zullen het wel nooit precies te weten komen. De kerk zelf was gewijd aan Sint Michael.

Een vergelijkbareAvondmaalsbeker 1601 met Lam Gods 1 afbeelding van deze gevelsteen staat op de oudste avondmaalsbeker uit 1601, op het memoriebord in de kerk en op één van de kerkstempels. Er is dus zeker een oude relatie tussen deze afbeelding en de kerk van Berltsum.

 

 

 

 

 

 

Dorpswapen en clubwapen

media_366_67365_w280_fitIn de 70-er jaren is de dorpskrant Op ‘e Roaster in het leven geroepen. Na enige tijd is het logo van de krant gevormd met de afbeelding van de kerk met het Lam Gods op een wapenschild en een kroon. Enkele jaren geleden is dit gemoderniseerd met het liggende lam en het vaandel en de Koepelkerk op de achtergrond. De SC Berlikum heeft een clubwapen ontwikkeld met een in het wapenschild de oude afbeelding van de romaanse kerk en het lam met het vaandel in wit op een oranje achtergrond. Dit schild is gedekt met een kroon en heeft als onderschrift S.C. Berlikum.  Tenslotte is een dorpsvlag ontwikkeld met alleen het liggende lam met een vaandel (kleur zilver) op een achtergrond met de kleuren rood en goud. Ik ga er van uit, dat dit het officiële dorpswapen is.

Het is een mooie ontwikkeling, dat zo’n oude afbeelding van het Lam Gods, dat voor gelovigen symbool staat voor Jezus Christus , die de zonden voor ons weggedaan heeft, een breder gevolg gekregen heeft. Het staat nu symbool voor dorpsbrede activiteiten in de media, het voetbal en staat zelfs voor het dorp Berltsum. Het herinnert elke Berltsumer er aan, dat Jezus altijd bij je wilt zijn, waar je ook mee bezig bent, al zal niet iedereen dat zo ervaren of geloven.

Durk Osinga

Lees meer →

De Zilveren Troffel

In 1999 ontving de Hervormde Gemeente van de heer George Wolfgang Carel Duco Kan een zilveren troffel. Daarop bleek dezelfde tekst gegraveerd te staan als op een in de kerk herplaatste gedenksteen van een eerste steenlegging uit 1773.

Die gedenksteen was tijdens de restauratie aan het kerkgebouw in 1970-1980 aan het licht gekomen. Samen met nog twee gedenkstenen uit 1779 was de steen in het baarhuis -op de kop- als vloerverharding neergelegd. Na archiefonderzoek bleek, dat de steen uit 1773 geen betrekking heeft op de kerk (gebouwd 1777-1779), maar op de bouw van het nieuwe schoolgebouw bij de kerk ter vervanging van een schoolgebouw uit 1617.

“Als eene herinnering der volbrachte handeling …”

Het plaatsen van de ‘eerste steen’ is één van de vele tradities waarmee het oprichten van bouwwerken was en is omgeven. Andere gebruiken zijn bijvoorbeeld het plaatsen van een ‘bouwoffer’, het slaan van de eerste of de laatste paal, het halen en plaatsen van de meiboom, pannenbier, onthulling van een gedenkteken of de opening van het gebouw.

Het gebruik van een zilveren troffel is daarbij functioneel, symbolisch én kostbaar tegelijk. Een zilveren troffel is als het ware de geboortelepel van het bouwwerk. Uit Friesland zijn 13 zilveren troffels bekend.

Uit de beurs van de kerk

Het bouwen van de nieuwe school in Berltsum met inpandige woning van de onderwijzer werd betaald door de kerkvoogdij. In het rekeningenboek staan de uitgaven met betrekking tot de bouw van de school nauwgezet verantwoord. Aan Hendrik Ewerts Huiving zijn drie Carolusguldens , twee stuivers en acht penningen betaald ‘ bij het brengen der Meijboom op het Nieuwe Schoole huis verteerd’. In 1774 zijn de kosten betaald voor een gedenksteen:  ‘Den 12 Maart 1774 Betaald aan Dirk Embderveld Mr.Hardhouwer te Leeuwarden voor een Gedenksteen in de Geevel van de Nieuwe Schole huisinge geplaatst, met het houwen van het wapen en Inscriptie sampt het Loofwerk in ’t geheel 37 Carolusguldens en 8 stuivers’.

De metselaar van de eerste steen aan de nieuwe school in Berltsum was de zevenjarige zoon van de grietman van Menaldumadeel Georg Frederik baron thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg en Sophie Elisabeth gravin d’Aumale. Zij was eigenaresse van Hemmema state en de naam d’Aumale poarte herinnert nog aan haar naam. De zilveren troffel is vier generaties in de familie doorgegeven alvorens het werd aangeboden aan de kerk. De schenker George Wolfgang Carel Duco Kan (1915-2005), emeritus predikant in Eefde, bleek een rechtstreekse nazaat en naamgenoot te zijn van jonkheer Georg thoe Schwartzenberg en Hohenlandsberg (1766-1808), die blijkens het opschrift op de troffel de eerste steen aan het schoolgebouw had gelegd.

 Hervormde Gemeente Berlikum schenking troffel van GWCD KanDe troffel van Jan van Leek

De punttroffel is gemaakt in 1772 door Jan Hermanus van Leek uit Leeuwarden. Aan de onderzijde van het blad is de inscriptie aangebracht: Den 10 Maij 1773 / Heeft Jonkheer / Georg Wolfgang Carel Dúco / Baron Thoe Swartzenberg / en Hohenlansberg / Oúd 7 Jaren / 3 Maanden en 14 Dagen, den eersten / Steen aan dit geboú gelegt~ //. Deze tekst staat ook op de gedenksteen in de kerk.

Deze zilveren troffel is een zeldzaam stuk gereedschap ter herinnering aan een eenmalig gebruik én een bijzondere aanvulling op het oeuvre van de zilversmid Jan van Leek. Met de schenking van de troffel aan de kerk werden de gedenktekens van de bouw bij elkaar gebracht.

Durk Osinga

Lees meer →

De Preekstoel van de Koepelkerk

In blijde verwachting van nieuw leven

Op de preekstoel in de Koepelkerk staan de vier jaargetijden in houtsnijwerk uitgebeeld op 4 panelen: het voorjaar, de zomer, de herfst en winter. Deze keer gaan we het voorjaar eens van dichtbij bekijken.

Het paneel heeft aan de bovenkant een draperie, een kunstig opgehangen doek, zoals dat op meer houtsnijwerk in de kerk voorkomt, een typerend Lodewijk XVI stijlelement. Aan een lint zijn een ring met een vogelnest, een tak met bladeren en 2 bloeiende tulpen gehangen. Het zijn duidelijk elementen uit het voorjaar. Zo’n lint is ook typerend voor deze stijlperiode waarin de klassieke oudheid sterk naar voren kwam. Deze linten maakten de strakke lijnen wat luchtiger. Onderaan het paneel rijst als het ware een bloem op uit de watergolven. Het lijkt op een lotusbloem.

In 1779, toen dit houtsnijwerk werd gemaakt door de kunstenaar J.G. Hempel, hadden de mensen nog oog voor de symboliek in de kunstvormen. Dat zijn wij nu grotendeels kwijt. Denk je eens in, wat doet een broedende vogel op een preekstoel? De eieren in het nest van de broedende lijster (?) zijn een symbool van het mysterie van de schepping, het leven dat ontstaat en groeit in het oerdonker. De broedende vogel verwijst naar de aarde, die in verwachting is van de geboorte van Jezus, de adventstijd. De preekstoel in Sexbierum uit 1768 is zelfs in zijn geheel een vogelnest in een boom, en deze preekstoel is ook gemaakt door Hempel. De broedende vogel wordt omringd door een ring of krans van bladeren, het symbool van eeuwigheid en continuïteit.

De tak verwijst naar de duif met een groene (olijf)tak, die terugkwam bij de ark van Noach na de zondvloed op aarde. Met deze tak wordt duidelijk gemaakt, dat het kwade voorbij is en dat er nieuw leven is op aarde.

preekstoel

De tulpen zijn in het voorjaar gegroeid uit een bol in de donkere grond. Ook een teken van nieuw leven op aarde. Het zijn bostulpen, de ‘wylde tulp’, tegenwoordig aangegeven als stinzenflora. Op het kerkhof rond de kerk groeien ook bostulpen. De Engelse landschapstuin uit de 18e eeuw heeft een meer natuurlijke stijl en beplanting en in deze tuinen werden bolgewassen toegepast. In die tijd was dit een nieuwe tuinstijl.

De lotusbloem of te wel waterlelie werd in veel volken geëerd. Doordat de plant in de winter lijkt te verdwijnen, werd de lotus onder meer ook een symbool van geboorte en wedergeboorte. De bloem was ook een symbool van de geestelijke groei van de mens, vanuit zijn nog gesloten knop van het hart, en van de potentie van de ziel om goddelijke volmaaktheid te bereiken. De geboorte van Jezus en de wedergeboorte van de mens hebben alles met elkaar te maken en worden verbeeld in deze uit het water oprijzende bloem.

Met diverse symbolen uit het voorjaar heeft de kunstenaar dus de komst van Jezus uitgebeeld en de betekenis daarvan voor de mensen op aarde. Er is licht in de duisternis, hoe toepasselijk nog steeds in de huidige wereld met aanslagen op de vrede.

Durk Osinga

Lees meer →

Doophek Koepelkerk

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

De redactie van Tsjerkelûden heeft mij gevraagd, in dit nummer wat meer te vertellen over het doophek en zijn functie.  In mijn vorige bijdrage ben ik al uitvoerig ingegaan op de vuurpotten op het doophek, dus dat laat ik nu verder achterwege.

Wat is nu een doophek ? De ruimte rond de preekstoel (kansel) wordt in de oude Hervormde kerken steeds omgeven door een meestal fraai gesneden houten hek. Aan de binnenkant voor de preekstoel was plaats voor de voorlezer of voorzanger met een katheder (voorleesplankje). Aan weerszijden waren banken voor de kerkenraad. Vanouds zitten de ouderlingen aan de kant van de trap naar de preekstoel en de diakenen in de andere bank ertegenover. De kerkenraad zit dus echt ‘yn it hek’., en die uitdrukking wordt nog steeds gebruikt. Waarom is dat zo? Het doophek diende in de protestantse kerk om de preekstoel als het eerbiedwaardigste kerkmeubel van de toehoorders-ruimte te scheiden. Dat besluit is in 1579 genomen in de synode van Dordrecht .De doop en eventueel ook het avondmaal vinden plaats in het doophek om het gewijde karakter van deze plaats te versterken. Het doopbekken is meestal met een koperen beugel verbonden aan de trap naar de preekstoel. Het doel was om de verkondiging van het woord centraal te stellen. Als de avondmaalstafel niet binnen het doophek geplaatst kon worden, wordt het avondmaal gevierd aan losse tafels vóór het doophek dan wel met een rondgaand avondmaal. De situatie in de Koepelkerk komt goed overeen met de hiervoor beschreven situatie uit het standaardboek van de Protestantse kerkbouw van dr. M.D. Ozinga. De kerkvoogden hadden tot 1951 een eigen herenbank achter in de kerk (de westelijke bank) maar vanaf de nieuwe kerkorde van 1951 waren de kerkvoogden lid van de kerkenraad en zitten zij bij de diakenen in de bank. Ik

weet niet voor hoeveel personen de banken gebouwd waren maar volgens mij voor 2 of 3 personen aan weerszijden. Omdat de kerkenraad steeds groter werd, werd het krap in de bankjes en is, denk ik, een rooster opgesteld van de kerkenraadsleden, die dienst hebben. Een voltallige kerkenraad is alleen aanwezig bij een bijzondere gelegenheid en dan nemen de overige kerkenraadsleden plaats op de eerste rij stoelen. Al jaren vinden doopplechtigheden vóór het doophek plaats en niet meer binnen het hek, dit vanwege de betere zichtbaarheid. We vinden dit al heel gewoon. De opvattingen over het liturgisch centrum in de kerk zijn in de loop van de vorige eeuw veranderd. De avondmaalstafel kreeg een vaste plek terug in het liturgisch centrum samen met de preekstoel en doophek. In de loop der jaren is de kerk anders gaan kijken naar het gewijde karakter van de kerkenraad. De kerkenraad wordt steeds meer gezien als een deel van de gemeente met een bijzondere taak. Al sinds de reformatie in 1580 zijn de opvattingen over het kerk zijn gewijzigd en vonden soms kleine, soms grote wijzigingen plaats in de inrichting van het liturgisch centrum.

Durk Osinga

Bij de foto:  De versieringen in het doophek bestaan uit geometrische figuren met een draperie (doek). De rechthoek is versierd met een bloemmotief. De Lodewijk XVI-stijl markeert de terugkeer tot de puurheid van de kunstvormen van de klassieke oudheid. Die klassieke oudheid vindt je op veel plaatsen terug in de kerk.

Lees meer →

Glas-in-loodramen Kruiskerk

Glas-in-loodramen Kruiskerk

In de Kruiskerk zijn bij de bouw in 1966 3 glas-in-loodraam2jpg_1444678656ramen in de oostelijke muur geplaatst.  De stijl is typerend voor de jaren ’60 van de vorige eeuw. Wie de maker is van dit kunstwerk, is niet met zekerheid bekend. Ik heb al een hele zoektocht gehad: het archief van de kerk, het archief van de architect Steen (is vernietigd), via internet langs ander kerken gebouwd door Steen maar tot dusver heeft dit nog met zekerheid geleid tot de kunstenaar. Op de website van onze dorpshistoricus Watse Posthumus wordt het Jaarboekje 1985/1986 van de Gereformeerde Kerk Berlikum aangehaald. Daarin wordt vermeldt, dat de heer Wisse uit Vlissingen de kunstenaar is. Hij is een van de medewerkers van het architectenkantoor Steen & Tuinhof, dat gevestigd was in Leeuwarden en Vlissingen.

Wat beeldt het uit?

Elk kunstwerk nodigt uit tot inspiratie en interpretatie zo ook deze ramen. Er zijn drie glasramen in de oostgevel van de kerkzaal. Het aantal van drie werd gekozen om de ontwerp-kunstenaar de mogelijkheid te geven in deze eenheid van drie, af te beelden b. v. Geloof–Hoop–Liefde of de drie-eenheid Vader–Zoon–en Heilige Geest. Het aantal – drie – heeft verschillende betekenissen. De kunstenaar heeft in deze drie-eenheid het volgende ontworpen. DE SCHEPPING. Het lijnenspel is een contrraam3jpg_1444678683ast met de strakke opzet van de kerk, abstract en gebogen gehouden. Het middelste glas stelt voor de eerste mens Adam, waaruit Eva is voortgekomen. Deze groei wordt voorgesteld door een embryo (het lichaam in wording). Die groei van Gods Schepping komt tot uitdrukking in het rechter paneel (= linker paneel), de vorm van een ei, waarin eveneens een embryo. Het paneel geeft de afbeelding van een giraffe en een lama (dieren op aarde). Het linker (=rechter) paneel een vogel in de blauwe lucht en een vis in het water (dieren in de lucht en in de diepten der zee) Deze laatste figuren geven dus aan het ontstaan van het dierenrijk. De planten in de schepping worden in alle drie panelen aangegeven door bomen. De boom achter de persoon van Adam in het middelste paneel heeft de vorm van het kruis, hetgeen wijst naar Christus (de tweede Adam), die het leven voor de Christenen mogelijk gemaakt heeft. Direct na de schepping werd reeds de slang zichtbaar afgebeeld rechts van het middelste paneel (de duivel).

Ds. Jeannette van den Boogaard – Bongers heeft in een preek in 2010 haar interpretatie gegeven van het ‘drieluik’. Ik mocht citeren uit de preek ( anders kan iemaraam11jpg_1444678630nd misschien denken, dat ik het had onthouden…). “Links zien we de dieren van het veld en de kruipende dieren. In het midden zien we de kroon van de schepping: de mens, de vrouw uit de rib van de man, de levenskiem. Rechts zien we de vogels en de vissen. Bijzonder: Links onder bij de kruipende dieren begint de slang. In dreigende kleuren, anders dan de andere kleuren. En die slang strekt zich uit naar het middelste raam, spert zijn bek open naar de mens. Maar dan kijken we naar de boom des levens, in de vorm van een kruis, die zich uitstrekt over alle drie de ramen. Het leven, dat God ons geeft en voor ons wil, zal het winnen van al wat het leven bedreigt. “Deze ramen blijven in de plannen voor het MFC zichtbaar en blijven zo tot inspiratie voor onze gemeenteleden en andere bezoekers van de zaal. Durk Osinga De foto’s zijn gemaakt door Uilke Strooisma.

Lees meer →