Een oude pastoor zit in zijn werkkamer. Het geheel ademt de sfeer van halverwege de vorige eeuw.
Zijn gesprekspartners zijn vader, moeder plus hun twee kinderen, van wie de oudste 10 is.
Waarom ze daar zitten?
De moeder, van Italiaanse afkomst en van huis uit katholiek, wil haar kroost laten dopen. De vader die geen binding met het geloof heeft, vindt het prima.
Het enige probleem is dat hun kinderen, hoe jong ze ook zijn, duidelijk al een eigen mening zijn toegedaan. Die ‘doping’ zo ze het betitelen, hoeft voor hen niet zo nodig.
Zijn kids kennende, heeft de vader niet al te veel vertrouwen in een goede afloop. In gedachten wenst hij meneer pastoor veel succes.
Maar allengs slaat zijn twijfel om in bewondering. De pastoor blijkt een verkoper pur sang. Hij bedient zich van verkooptechnieken die topverkopers eigen zijn.
Zo weet een topverkoper dat hij moet beginnen met het benoemen van de bezwaren van zijn klant. Om ze vervolgens weg te nemen. Verkopers die zich niet verdiepen in hun klanten ontdekken die bezwaren niet en verkopen minder. Zo simpel is het.
Meneer pastoor had zijn overtuigingstechnieken in de loop der jaren geperfectioneerd.
Let op:
Bezwaar 1: Bestaat god wel, ik heb hem nooit gezien?
De pastoor: vertrouwen heb je ook nooit gezien, maar het bestaat wel. Je vertrouwt papa en mama, en zij vertrouwen jou. Dat kun je niet zien, maar je weet dat het er is.
Liefde kun je ook niet zien, maar het bestaat wel. Papa en mama houden van je. Dat weet je, en toch kun je liefde niet zien.
Geen speld tussen te krijgen.
Bezwaar 2: Ik vind geloven niet belangrijk
De pastoor: Hoe lang is het geleden dat Jezus is geboren?
Glazige blikken.
De pastoor: Welk jaar is het dit jaar?
Dochter, snel: 2014.
Meneer pastoor legt uit dat 2014 jaar geleden onze jaartelling is begonnen, omdat Jezus toen werd geboren. Zó belangrijk is dat dus. Zelfs meer dan tweeduizend jaar later gebruiken we nog steeds diezelfde jaartelling.
Dat maakt indruk.
Bezwaar 3: Ik ken bijna niemand die katholiek is
De pastoor: Hoeveel mensen zijn er op de aarde?
Zoon, blij dat hij het antwoord weet: 7 miljard!
De pastoor: heel goed. Wist je dat van die 7 miljard mensen op aarde er 2 miljard katholiek zijn?
Daar hebben ze niet van terug. Sociale bewijskracht noemen ze dit.
Bezwaar 4: Niemand bij mij in de klas is gedoopt
De pastoor: In de tijd van Jezus zijn ze begonnen met de doop. Daarvoor bestond dat nog niet. En weet je wat er gebeurde op de eerste dag dat je gedoopt kon worden? Op die dag lieten 1.300 mensen zich dopen.
Oeps. Dat is best wel veel.
Dat is slim van meneer pastoor. Weer een voorbeeld van sociale bewijskracht. Als je twijfelt bij het maken van een keuze, dan kijk je immers naar wat anderen deden die dezelfde twijfel hadden. Laten je klasgenoten zich niet dopen, dan doe jij het dus ook niet.
‘Verkooptechniek‘ zal ongetwijfeld niet het woord zijn dat meneer pastoor hiervoor gebruikt. ‘Overtuigingstechniek‘ ook niet. Of de kinderen daadwerkelijk zijn gedoopt vertelt het artikel niet.
Maar meneer pastoor laat wel zien hoe je bezwaren pareert. En dat die technieken niet alleen voorbehouden zijn aan goede autoverkopers of ondernemers.
RIA
30-01-2014
Naar een artikel van Aartjan van Erkel, www.schrijvenvoorinternet.nl