Ho ho ho….

Geplaatst op december 27, 2015

Home Meditaties Ho ho ho….

Exemple

Ho ho ho….

Er was eens een arme boer in China die een fraai mooi wit paard had. De dorpelingen waren jaloers en er werd vaak een hoog bod gedaan op het paard. De boer sloeg het af. Hij kon het geld goed gebruiken, maar hij zag het dier als ‘een vriend’ waar hij geen afstand van wilde

doen. Op een dag was het paard verdwenen uit zijn stal. Zie je wel zeiden de dorpelingen, het paard is gestolen, je had het moeten verkopen, wat een ongeluk…

Ho, ho, ho, zei de boer, niet zo snel. Feit is dat het paard niet meer in zijn stal staat. De rest is een oordeel. Of het een geluk of ongeluk is, valt te bezien. We kennen maar een klein deel van de geschiedenis van ons leven. Wie weet wat er nog gaat gebeuren? Twee weken later kwam het paard terug. Hij had 12 soortgenoten meegenomen, mooie wilde witte paarden. De dorpelingen hadden uiteraard hun mening klaar: je had toch gelijk boer, dit is echt een geluk.

Ho, ho, ho, zei de boer. Laten we dat even afwachten. Door één zin van een boek te lezen weet je toch ook de inhoud van het boek niet? De dorpelingen verklaarden de boer voor gek. Nu bezat hij zelfs 13 prachtige witte paarden en vond zichzelf géén geluksvogel…?

De zoon van de boer ging de wilde paarden temmen en werd ernstig gewond door een val van een van de paarden. Hij raakte verlamd aan zijn benen. Weer kwamen de dorpelingen bij de boer. Ach  je had gelijk, de paarden brengen je alleen maar ongeluk. Je enige zoon is verlamd aan zijn benen. Wie gaat nu voor je paarden zorgen en voor je oude dag?

 

Ho, ho, ho, zei de boer weer. Mijn zoon kan zijn benen niet meer gebruiken, dat is alles. Wie weet wat het ons brengt, niemand kan de toekomst voorspellen. Intussen brak er oorlog uit in China en de jonge mannen moesten het leger in. De invalide zoon van de boer niet. De dorpelingen waren geschokt over de oorlog en beklaagden zichzelf. Onze zonen moeten de oorlog in en die van jou niet. Hij mag wel bij jou thuis blijven.

Ho, ho, ho, zei de boer. Mijn zoon blijft thuis bij mij, dat is waar. Of het goed of slecht is, een geluk of ongeluk, zal de tijd ons leren…

Het bovenstaande verhaal uit China brengt mij dicht bij Kerst. Het feest van de geboorte van Christus. Een kind nog maar, wat kan dat nu betekenen voor deze wereld? We vragen het zo vaak aan God, op een manier zoals ook de dorpelingen de boer naar zijn paard en zijn zoon vragen. We willen ons leven, ons geloof, onze kerkgang, ons gebed zo graag ergens toe laten dienen. Het kind moet dan zo snel mogelijk uit de kribbe, de wereld in, voor ons uit lopend in bescherming, als oplosser van al onze vragen.

Maar moeten we straks met Kerst ook niet een paar dagen accepteren dat God ons in Christus een ‘licht voor de wereld’ geeft, zoals de herders hoorden en zagen in de nacht op het veld?  Een licht om het leven te vertrouwen zoals het zich voordoet? Alle ruimte gevend aan de toekomst en hoe deze zich aandient? In het leven van de boer gebeurt van alles, maar hij gaat als het ware midden in de orkaan zitten.

Daar heerst rust en vrede waardoor de omstandigheden positief beïnvloed kunnen worden. Zo’n Kerst gun ik ook U. Een paar dagen van ‘ho, ho, ho’. Tijd van innerlijke vrede en even loskoppelen van alles wat er rondom ons gebeurt. Daarmee steken we de stekker in de allergrootste krachtbron van  ons geloof: de stilte waarin God zich laat horen in een weerloos kind. We ontvangen het in het licht van Gods belofte van ‘vrede op aarde voor mensen van Gods welbehagen’. Van vrede op aarde voor de mensen van wie God houdt.

Arjan Bouwknegt