Een handvol feiten

Home Columns Een handvol feiten

Een handvol feiten

Een handvol feiten

In de stille kerk klinkt het gebed van de dominee. Een enkeling kucht of schuift met zijn voeten over de vloer. Ineens loopt mijn binnentemperatuur op en begin ik rood op te gloeien. Ik hoor de dominee, maar niet wat hij zegt. Zo zacht als mogelijk rommel ik in mijn tas om het voorwerp van de plotselinge onrust te pakken, mijn mobiel. Stilletjes zet ik hem in de vliegtuigstand en laat hem terug de tas in glijden. Oef, het zal je gebeuren… Sindsdien check ik elke zondagochtend mijn tas, want als er één ding is dat ik niet mee wil nemen naar de kerk, dan is het mijn mobiel. Dat is een feit. Feit 1.

Elke zondagochtend kijk ik ook in mijn portemonnee, zit er nog kleingeld in? Dat is wel even een dingetje, zeker sinds ik contactloos betalen heb ontdekt. Ideaal. En dat elk voordeel zijn nadeel heb, ook dat is een feit. Feit 2. Lastig, maar daar hebben de kerkrentmeesters wat op bedacht. De app.

We waren er al op voorbereid. Na de zomer zou de nieuwe manier van collecteren worden toegelicht. Een goed begin is het halve werk zullen de kerkrentmeesters, in hun goed bedoelde kerkrentmeesterlijke wijsheid hebben bedacht. We snoepen gewoon een stukje van de eredienst af en op welke zondag kunnen we dat beter doen dan op de startzondag. We prijzen de app de hemel in. We hebben een goed verhaal, toch?

Of het verhaal neerdaalde in de harten van de aanwezigen waag ik te betwijfelen; of de uitleg het beoogde effect had evenzeer. Hoe kan ik anders het geroezemoes verklaren? We doen dan misschien wel heel modern, willen jeugdig met de jeugd zijn, bedekken onze grijze haren onder een likje verf, maar alweer een feit is dat onze app-skills niet tippen aan die van de generatie die na ons komt. Feit 3.

Het echte goede verhaal op deze startzondag is dat wij ons bevrijd mogen weten en dat enkel door de liefde van onze Schepper. Dominee Christa Akkerboom trekt de lijn van het kinderverhaal van Eli, maker van kleine houten mensjes, door naar Petrus die in de gevangenis zit, in afwachting van de doodstraf die hem te wachten staat. De houten mensjes plakken de hele dag stippen en sterren, waarbij de stip voor slecht staat. Een van de mensjes zit zo volgeplakt met stippen dat hij gelooft dat hij geen goed mensje is. Eli vertelt het kleine mensje keer op keer dat hij speciaal is, gewoon omdat hij van hem is, zijn maker. De stippen vallen af, een voor een. Het kleine houten mensje mag zich bevrijd weten. Net als Petrus door Gods hand uit de gevangenis bevrijd wordt. Wij zijn geen kleine houten mensjes, toch kunnen wij ons gevangen voelen, in een relatie, een verslaving, een baan, een ziekte, of wat ook maar. En net als Petrus, een man met stippen en sterren, mogen wij daarvan bevrijd worden. Dat te weten staat vandaag met stip op één, beter gezegd, met ster op één.

Terug naar de app. Ik wil geen krentekakker zijn en vooruitstrevende initiatiefnemers zonder meer met stippen beplakken. Tegenwoordig denken we ‘out of the box’, is het niet? Daarom pleeg ik onderzoek; a) neem ik de moeite de flyer te lezen, b) raadpleeg ik de website giftapp.net, c) installeer ik de app en d) neem ik mijn besluit de mobiel niet mee te nemen naar de kerk in heroverweging. Dat is een feit, feit 4.

Nu moeten jullie even weten dat ik twee linkerhanden heb als het om techniek gaat. Ik kan mij zomaar blind staren op een kaartjesautomaat op het treinstation of de creditcard in hetzelfde gleufje steken als dat van het parkeerkaartje. Met als gevolg dat de betaalautomaat op tilt slaat, de slagboom gesloten blijft en de rij achter mij alsmaar langer wordt. Heerlijk is dat.

Ingeklemd tussen manlief en ene Andries tover ik de volgende zondagochtend mijn mobiel uit de tas, deblokkeer ik de vliegtuigstand, wroet ik mij door enkele zeer welkome whatsappjes heen (enkele uren daarvoor zijn we verrijkt met een kleindochter), open ik Givt en kan ‘t ‘heven’. Ik vul twee bedragen in, eentje voor de eerste en eentje voor de tweede collecte. Amper klaar zie ik de melding ‘gelukt’ op het scherm. Enigszins in verwarring duw ik mijn telefoon in het ponkje om hem langs de scanner te halen. Mijn naaste buren, de beste stuurlui, gniffelen. Totaal overbodig, mijn gehannes. Zodra de scanner jouw bluetoothsignaal oppikt heb je betaald nog voor je de ponk voor je neus hebt. Zo werkt dat dus. Maar oké, ik doe mee. Dat is een feit, feit nummer 5.

 

RIA