Het zou voor de hand liggen om het te hebben over zomerreces en het daaraan gekoppelde opladen van lichaam en geest of wellicht over de onafgebroken verzengende hitte van de afgelopen zomermaanden. Voor mij echter staat ineens mijn kleuterjuf Houtsma in MInnertsga weer helder op mijn netvlies en wederom rotsvast in mijn geheugen gegrift na het lezen van een column in de Leeuwarder Courant van Ds. Wim Beekman.
Een prachtige column over een onbezorgde jeugd met voor Beekman “Juffrouw Hus” in een hoofdrol. Als klein kind wilde Beekman later met haar trouwen en de aandacht en verzorging krijgen die zij op school gewoon was aan de leerlingen te geven. Dit schreef Wim Beekman als voorbode op de tijd dat je door ouderdom noodgedwongen verzorgd moet worden en dat hij hier toch wel tegen opkeek.
Voor mij was het op de kleuterschool dus Juffrouw Houtsma. In mijn beleving een prachtige vrouw met lang blond haar. Lief, zorgzaam en geduldig. Samen met mijn moeder was zij toen de belangrijkste vrouw in mijn leven. Ze kon prachtig vertellen, ook over het geloof. Wat ik thuis al meekreeg uit de bijbel, op zeer duidelijke en met luide en krachtige stem van mijn vader, werd op de kleuterschool door Juffrouw Houtsma nog eens gevoelig en met iets zachtere intonatie herhaald. Kortom reden tot twijfel was niet aanwezig. Wat mijn vader zo overtuigend zei over het geloof, moest wel waar zijn en als ook Juffrouw Houtsma dezelfde mening was toegedaan, dan kon je van al die verhalen uit de bijbel toch geen genoeg krijgen?
Een kinderlijk geloof, voor je gevoel bijna doorgegeven uit eerste hand. Kijk maar naar de jeugdigen van de kindernevendienst die voor een praatje met de dominee en de daarbij behorende vragen zich verdringen om het antwoord te mogen geven. Tenminste dit in de tijd dat er nog een behoorlijk groepje jongeren in de kerk kwam en niet iedereen bij het vragenrondje aan bod kwam. Geen schroom, geen remmingen om van het geloof te getuigen en enthousiast de opgedane kennis van thuis en school te laten horen.
Dat is dan de jongste jeugd, nog onbezorgd en veilig in een vast ritme en vertrouwde omgeving. Op latere leeftijd wordt de belevingswereld groter met meer sociale contacten, vervolgscholen, werk, sport en veel vrijetijdsbestedingen. Geloven en kerk komen dan vaak op een lager of laag pitje en spelen niet meer die rol van lange tijd terug.
Je gaat meer twijfelen over het nut van het geloof en het belang en de invloed van de kerk in je leven. Uiteindelijk maak je de keuze om wel of niet bij een kerkgemeenschap betrokken te blijven. Zelfs als je daarvoor kiest, loop je de kans om uiteindelijk toch nog af te haken in een hectische veeleisende maatschappij! Het vereist ogenschijnlijk moed, een eigen mening en een flinke portie zelfbewustzijn om voor geloven en kerk te kiezen.
Daaraan dacht ik toen ik de column van Ds. Wim Beekman las. Wat was het, toen je heel jong was, eenvoudig om te geloven. Overtuigend waren de woorden van je ouders, de meesters en juffen. De dominee van de kansel in zijn zwarte gewaad stond daar toch niet zonder reden? Een kinderlijk geloof. Niet over alle dingen zwaar nadenken en alles rationeel willen verklaren maar uitgaan van de woorden van thuis, school en de bijbel.
Heb je een beetje van dat kinderlijke geloof, dan heb je waarschijnlijk de meeste kans van slagen in je zoektocht naar het geloof, je daaraan vast te houden en betrokken te zijn in de kerkgemeenschap. Juffrouw Houtsma heb ik na de lagere school nog een keer getroffen bij modezaak Scheepsma in Sexbierum waar ik met mijn ouders was. Ook toen voor mij nog steeds mijn allerliefste juf !
JOOST