Meditaties

archive

Home Meditaties

Exemple

Een open huis

Jezus houdt open huis. En de vier vrienden van een verlamde man hebben het ook gehoord.

U kent het verhaal vast. Zij willen hun verlamde vriend bij Jezus brengen. Deze man heeft in ieder geval vier vrienden, die hem niet vergeten.

Jezus is in Kapernaüm. Hij was thuis, vertelt het verhaal. Of Jezus een eigen huis had, weten we niet. Misschien was het van hem of van iemand die hij goed kende, in ieder geval was hij er thuis. En Hij houdt ‘open huis’. Maar het was te klein om iedereen te herbergen die bij Jezus wilden zijn. De mensen staan buiten in de rij.

Dan komen ze er aan, de vier vrienden met hun verlamde vriend. Ze dragen hem. En dan zien ze al die mensen voor de deur. Geen doorkomen aan. Wat een teleurstelling. Ze hebben het vast gevraagd: ‘Mogen we er even langs, onze vriend hier is ziek, verlamd, we willen hem bij Jezus brengen.’ Je ziet de mensen hen aankijken: Ja, en ? Waarom denk je dat wij hier staan? Sluit maar achter aan’.

De toegang naar Jezus is geblokkeerd. Hij houdt open huis, maar ze stuiten op een muur van mensen. Het zijn andere mensen die een sta-in-de-weg zijn.

Wij willen als kerk ook graag een open huis zijn, een plek waar iedereen zich thuis voelt en waar je voelt dat je dicht bij Jezus bent, waar je Hem kunt ontmoeten.

Stel je voor dat één van ons iemand meeneemt naar de kerk, of dat er iemand nieuwsgierig binnen komt lopen. Benieuwd om te ontdekken hoe het bij ons is, zou dan die gast iets van Jezus proeven, een open huis?

Vaak zonder dat je het wilt of beseft, kunnen wij ook zomaar een blokkade vormen, een muur van mensen. Omdat we allemaal op ‘onze vaste plek’ zitten, omdat je niet zo goed weet hoe je contact maakt met een gast, omdat het nu eenmaal zo gaat als je elkaar al langer kent ‘ons kent ons’. Omdat we allemaal, zogezegd, Jezus in het oog willen houden, maar niet in de gaten hebben, dat je dan met de rug naar andere mensen staat.

En zo kan het niet alleen gaan op de zondagmorgen, maar net zo goed op maandagmorgen. Wij zijn ‘van de kerk’ , wij willen toch Jezus volgen, en wat merken andere mensen daar van? Wat stralen we uit? Hoe uitnodigend zijn we?

Running Diner

Ik wil graag afsluiten met een inspirerend positief voorbeeld, het Running Diner. De informatie daarover staat ook in het winterwerkboekje. Maar in het kort is het dit: Bij een Running Dinner eet je 3 gangen aan 3 verschillende keukentafels. Gewoon bij mensen thuis, want iedereen kookt en eet mee!

In het eerste weekend van oktober heeft een enthousiaste groep jongere gemeenteleden dit Running Diner georganiseerd voor iedereen van 25 tot ongeveer 50 jaar. We mochten maar liefst 50 (!) mensen welkom heten die hebben meegedaan. Allemaal mensen die hun huis open zetten voor elkaar. Dat was echt ‘Open Huis’. En het smaakt naar meer!

Ds. Arjan Bouwknegt

 

Read More →
Exemple

De zomer voorbij …  

De vakanties zitten er weer op. Net als veel anderen hebben we genoten van twee weken ontspannen zomersfeer op een camping in Frankrijk. Maar als je aan de praat komt met de mensen om je heen dan is er voor mij elk jaar toch weer een lastig moment. 

Als mensen vragen: ‘Wat doe jij voor werk?’ Dan heb ik vaak de neiging om die vraag te omzeilen. Waarom…? 

Niet omdat ik – met de woorden van Paulus – mij het evangelie schaam [Symbool]. Maar omdat je vakantiegevoel dan soms gelijk weg is. Want een dominee was (is?) voor veel mensen toch wel een bijzonder wezen. Mensen gaan tegen je aanleunen of keren zich juist van je af. 

Ik kwam wel eens in de verleiding om te zeggen: ‘Ik werk bij de gemeente.’ En dat is nog waar ook…! 

 Een poosje geleden kreeg ik van iemand een humoristische en treffende tekst toegestuurd. Ik las het nog eens door en dacht: ‘Zo had ik natuurlijk ook kunnen antwoorden…!’ Ik geef het hieronder weer: 

‘Ik werk voor een grote onderneming met vestigingen in vrijwel alle landen van de wereld. In de meeste landen zelfs meerdere vestigingen per dorp of stad. Wij inspireren allerlei organisaties – of het nou om scholen gaat of om zorginstellingen – tot zorg in plaats van tot winst. We bieden ouderen educatie aan en we begeleiden jonge mensen. We steunen ouders bij het opvoeden van hun kinderen en je kunt bij ons ook muzikale vorming krijgen. We steunen mensen die het materieel of geestelijk zwaar hebben en we geven stervensbegeleiding. Iedere week organiseren we een feest, waarop referaten worden gehouden. Bij de ene vestiging duurt zo’n referaat een kwartier, bij een andere drie kwartier. Tijdens dit feest krijgen de mensen spontaan zangles en bieden we meditatieve momenten aan. Dankzij dit feest ontwikkelen de feestgangers vriendschappen en na afloop gaan ze goed gemutst de nieuwe werkweek tegemoet …’ 

 Stel dat ik zo geantwoord had. De mond van de vragensteller zou waarschijnlijk wijd openvallen: ‘Wow, hoe organiseren jullie dat?’ ‘Nou, mensen doen dit vrijwillig. In al die vestigingen brengen ze hun gaven en talenten in. Iedereen draagt zijn steentje bij. De een schenkt na afloop van het feest koffie. Een ander heet mensen welkom, zodat ze zich thuis voelen. Weer anderen vertellen kinderen spannende verhalen of laten ze knutselen. Ze moeten weliswaar het referaat missen, maar de ouders van deze kinderen weer niet. Weer anderen zorgen voor het onderhoud van het feestgebouw of nemen bestuurlijke verantwoordelijkheid. Deze mensen noemen we ambtsdragers. Ze dragen een ambt voor een aantal jaren en dan neemt een ander het weer over. Zo organiseren we dat …’ 

 Ja, zo had ik ook kunnen antwoorden. Het zou de vragensteller in ieder geval aan het nadenken gezet hebben. En misschien ook wel een reactie ontlokt hebben als: ‘Wow, wat een geweldige organisatie … !’ En ik moet eerlijk zeggen: het zet mij ook weer tot nadenken. De kerk … wat is het toch iets bijzonders. Een plek om tot rust te komen. Om geïnspireerd en bemoedigd te worden. Om contacten te leggen en te voelen dat je niet alleen bent. Een oase in de woestijn van het leven. Boven dit stukje schreef ik ‘De vakantietijd voorbij …’ Inderdaad, er is weer werk aan de winkel…! Werk om de kerk gaande te houden. Niet om de kerk zelf, maar om de boodschap die zij uitdraagt en die mensen gaande houdt. Ja toch…? 

Read More →
Exemple

LEGO blokjes en Pinksteren

Voor veel mensen blijft het vaag en ongrijpbaar: Pinksteren. Daarom heb ik op de Pinkstermogen n de kerk een LEGO-filmpje laten zien. In dat filmpje wordt het heel helder zo gezegd: De Heilige Geest is een Helper, en Hij heeft heel veel helpers. God gebeurt in mensen, dat is Pinksteren. Zo werkt God het liefst, via ons. Maar je kunt het wel zo mooi uitleggen en in een paar woorden vertellen. Alleen ben ik niet altijd zo enthousiast, we hebben niet altijd zin om te helpen of geholpen te worden. Het feest en de vreugde van Pinksteren en alle Pinksterbijeenkomsten worden zo gauw weer ingehaald door de weerbarstige alledaagse werkelijkheid.

 

En toch…

Pinksteren is voor mij ook het feest van het geheim dat God u en mij aanraakt, ook al is het soms vaag en ongrijpbaar. Het is voor mij ook het feest dat ons bepaalt bij ons zelf, bij kerk-zijn in de zin van gemeenschap van Jezus Christus. Het is een feest van inspiratie en bezieling, waarbij het ook gaat om je eigen persoonlijke geloof. Met Pinksteren worden we bepaald bij de fundamentele keuzes die je in je leven maakt. Waar je uit leeft en waar je voor gaat, zoals mensen het vaak zeggen.

Het doet me denken aan deze woorden:

Ik weet niet wie – of wat – de vraag stelde. Ik weet niet wanneer zij gesteld werd. Ik herinner me niet dat ik antwoordde. Maar eens zei ik ja tegen iemand – of iets. Vanaf dat moment heb ik de zekerheid dat het leven zinvol is en dat mijn leven een doel heeft”.
Dit is een uitspraak van Dag Hammerskjöld, van Pinksteren (!) 1961. Hammerskjöld was secretaris-generaal van de Verenigde Naties. Na zijn overlijden vond men aantekeningen die hij tijdens zijn drukbezette leven had gemaakt. Ze zijn uitgegeven onder de titel Merkstenen.

Op een bepaalde manier gaat het in het Pinksterverhaal ook over kiezen. Het verhaal van Jezus, de gekruisigde en opgestane Heer gaat verder en maakt mensen enthousiast, stelt je voor een keuze – meedoen of aan de kant blijven staan.

 

‘Wij zullen opstaan en met Hem meegaan’ (Evang. Liedbundel 475)

Maar wat mij raakt in de woorden van Hammarskjöld is: om onze keuzes hangt altijd een sfeer van onzekerheid, zeker als het gaat om de beslissende vragen van het leven – hoe je denkt over je zelf, over je levensdoel, je levensgeluk, over God, over leven en dood – bij zulke vragen is er altijd twijfel en aarzeling, van wagen, van toch maar doen, of juist niet.

Kiezen voor het geloof, kiezen voor God, is niet de uitkomst van een lijstje argumenten voor en tegen. Het is je toevertrouwen, het is de sprong wagen, met een Woord, met het verhaal van de Levende, met de Geest, die niemand ziet en niemand vangen kan, ongrijpbaar, maar toch – aanwezig, voelbaar, ervaarbaar. Adem die je draagt. Die jou draagt. God, het geheim van het leven, die gezicht heeft gekregen in Jezus, mens met de mensen.

 

‘Geest van hierboven, leer ons geloven, hopen liefhebben door uw kracht’ (Liedboek 675)
Ergens in je leven klinkt die vraag, die uitnodiging – om leerling te worden van Jezus. Om je leven op zijn weg te oriënteren. Misschien is het hele leven wel die vraag.

Zoals het met de echte keuzes in het leven gaat, uiteindelijk hebben ze geen grond. Natuurlijk zijn het geen blinde keuzes. Maar iedere echte keuze is altijd groter dan de verstandelijke argumenten die je kunt geven. Zo werkt het ook met het geloof. Je gelooft niet pas als je alles zeker weet. Je gelooft ook omdat je ervoor kiest. Zoals in dat citaat van Hammerskjöld.

 

Hoe en waar precies die keuze gemaakt wordt, dat is nooit helemaal exact te zeggen. Het dient zich altijd weer opnieuw aan, op een even onverwachte en verrassende manier als het leven zelf. En toch, zo verwoordt dit citaat, is er ergens een keuze gevallen. En vanaf dat moment is er een diep weten dat je leven zinvol is, dat het leven het waard is om geleefd te worden, omdat er een onlosmakelijke verbondenheid is met de bron van het leven, de Geest van den beginne, de Geest van Pinksteren.

  1. AJB
Read More →
Exemple

‘Bij het lege graf’

 

Hebt u er even de tijd voor genomen om er goed naar te kijken, deze schets van Rembrandt?

Het heeft als titel ‘De drie Maria’s bij het helige graf’. En het is een prachtige verbeelding, gezien met heel andere ogen dan we doorgaans doen. De gedachten bij deze schets zijn van een collega van mij (ds. van den Berg). Ik deel ze graag met u.

Rembrandt vertelt ons over Pasen, niet met woorden, maar met een prachtig beeld.

We zien de vrouwen, die op de Paasmorgen naar het graf van Jezus gaan. Ze vinden niet meer wat ze zoeken, maar ze worden gevonden door hun Levende Heer. Het is een wonderlijke tekening met een ongewoon perspectief. Wat hier getekend wordt heb ik nog nooit bij een andere kunstenaar gevonden. De blik is van binnen uit het graf. Door de ronde opening, waar geen steen meer voor te zien is, zien we in de verte Jeruzalem en de drie kruisen, als achtergrond van de drie vrouwen.

Zij hebben kennelijk nog niet in de gaten hebben wat er is gebeurd. Ze zien het nog niet. Maar ze zien wel dat er iets vreemds aan de hand is. Het graf ligt open naar de morgen toe. En het bed waarop het dode lichaam van Jezus gelegd was na zijn sterven is echt leeg. Hun lieve Meester is nergens meer te vinden. Ze kijken alle drie op een andere manier. De voorste kijkt wat voorzichtig naar het bed. Ziet ze het echt goed, is Jezus daar niet meer? Hoe kan dat nou, waar is Hij nu?

De tweede vrouw kijkt onder het bed. Hij zal er toch niet afgevallen zijn, of door iemand onder dat doodsbed neergelegd? De derde vrouw durft eigenlijk niet te kijken. Ze houdt haar gezicht afgewend van dat ondenkbare feit dat Jezus’ lichaam nu weg is.

Maar tegelijk zie je aan haar ogen, haar blik dat ze wel kijken wil. Maar waar kan Hij nu toch zijn?

Wat heeft Rembrandt de verlegenheid en twijfel van de zoekende vrouwen, waar de evangelisten van spreken, op onnavolgbare wijze verbeeld!
Maar het meest bijzonder is het perspectief van de tekening. De schilder neemt de kijker vanuit zijn positie mee van binnen naar buiten. Vanaf de plaats waar deze vrouwen gezien worden.Door wie?

Door de engel die in dat graf plaats heeft genomen om de vrouwen in de naam van hun levende Heer te ontvangen. Zelf zien de vrouwen hem nog niet, maar in hun zoeken zijn ze gezien door de engel, en door de Heer van de engel. Rembrandt verplaatst zich als het ware met eerbied in de positie van de engelen, die niets liever doen dan zoekende zielen verrassen met de vreugde van Pasen.

‘Wat zoeken jullie de levende bij de doden, Hij is hier niet, Hij is opgewekt.’ Kijk maar goed naar de plaats waar ze Hem gelegd hadden, die is leeg!

De vrouwen hebben Hem niet gezien, maar ze zijn gezien. Wij zijn gezien.

Als je dat maar ziet, dat is ons geloof, dat is Pasen. Ziet u het, wat de engel zegt?

‘Hij is hier niet, Hij is opgewekt!

Read More →
Exemple

Pasen een ‘alternatief feit’!?

Vrijdag 20 januari was de inauguratie van Donald Trump, als presdient van Amerika. Een plechtig moment, een dag van een nieuw begin, een dag van verbinding. Dat zou het kunnen zijn. Maar het werd de dag van ‘alternatieve feiten’. Hebt u het ook gezien? Twee luchtfoto’s naast elkaar. Op de ene foto zie je hoeveel mensen er waren toen Obama beëdigd werd als president. Op de andere foto zie je hoeveel mensen er waren toen president Trump werd beëdigd. Het verschil is duidelijk te zien en in het voordeel van Obama. Maar de woordvoerder van president Trump kwam met, zoals hij zelf zei: ‘alternatieve feiten’. Hij liet geen ‘alternatieve’ foto zien, maar zei alleen dat er bij de beëdiging van president Trump de meeste mensen ooit waren. Period ! Dat is Engels voor: Punt! Dat is telkens weer wat machthebbers doen als iets hen niet bevalt: met alternatieve feiten komen. Want zij willen nummer 1 blijven. Punt !

Het lege graf

Dat deden de machthebbers in Israel ook toen ze hoorden van het lege graf. U kunt het nalezen bij Matteüs. (Matt. 28:11-15) Een paar van de soldaten kwamen naar de stad en vertelden alles wat er was gebeurd in de nacht van de opstanding. Ze maken een plan. In ruil voor veel geld moeten zij ‘alternatieve feiten’ bekend maken. Namelijk dat de leerlingen van Jezus het lichaam van Jezus gestolen hebben. Weet u, ik kan u niet de opstanding van Jezus uitleggen. Geen mens kan dat. Net zo min als een leven na de dood. Dat valt buiten onze kennis en wat wij niet kennen, dat kunnen we niet zeker weten met ons verstand.
Pasen een ‘alternatief feit!?

Maar er speelt nog iets anders mee. Het verhaal van de opstanding van Jezus is namelijk een mysterie. En een mysterie moet je niet gaan uitleggen, net zo min als je een mop moet gaan uitleggen. Wie een mop gaat uitleggen, maakt de mop stuk. Zo is het ook met de opstanding van Jezus. Als het uitgelegd wordt, snap ik het niet meer. Anders wordt het als ik aan een graf sta of bij een sterfbed en oude woorden uitspreek die me voorhouden dat we zijn geborgen in de handen van onze God, in tijd en eeuwigheid. Die woorden die alles te maken hebben met het mysterie van de opstanding van Jezus, daar kan ik wonen.
De opstanding van Jezus is een mysterie en een mysterie doet iets met je, als je het zien wilt. Met dat zien bedoel ik: als je je er aan wilt overgeven. Het is niet bedoeld voor je verstand, het is niet bedoeld om uit te leggen, maar het geeft zin aan je leven.

De grote vraag van Pasen is: durf je de sprong te wagen om je over te geven aan het mysterie dat de dood en het kwaad en de ellende niet het laatste woord heeft?
Dat klinkt absurd en dat is het ook. Want het kwaad maakt zich breed in onze dagen. Maar het Paasmysterie wijst een andere weg, en geeft daarmee hoop, dat het leven niet ophoudt, dat de weg van Jezus niet is afgebroken, maar springlevend is.
Je overgeven aan dat mysterie is een sprong, een keuze. Het geeft je een nieuwe kans, telkens weer een nieuwe kans, omdat het niet over en uit is maar je verder kunt.  Zo schrijft Johannes (Joh. 20 : 8): ‘Toen ging ook de andere discipel, die het eerst aan het graf was gekomen, naar binnen, en hij zag het en geloofde’.  ds. Arjan Bouwknegt

Read More →
Exemple

Via Advent en Kerst

Als u deze Tsjerkelûden leest dan zitten we al midden in de tijd van Advent.

En deze bijzondere tijd raakt me soms meer, brengt me soms meer dan het kerstfeest zelf. Misschien komt het wel doordat je juist in een tijd van nog niet … van lege handen … van donkere dagen…. meer open staat om te ontvangen.

Juist in zulke dagen gaat een hart open voor hoop, verwachting, vrede en licht. Wat mooi is het dat we juist in de dagen dat de bladeren van de bomen vallen en de dagen donkerder worden, in de kerk de taal spreken van het blad in de knop, van verwachting, van licht in het donker.
Zo zijn de vier weken van Advent een tijd die zich vult met vreugde over wat komen gaat, waarin we toeleven naar dat bijzondere punt in de tijd, dat vertelt hoe God zich voorgoed met ons leven heeft verbonden. Hij werd mens en is te vinden onder mensen. Niet zomaar, maar op plekken die minder voor de hand liggen, ergens achteraf in het mensenleven.

Herders gaan op weg omdat ze er iets over hebben gehoord en erin blijven geloven.
Wijzen gaan op weg omdat ze iets vermoeden van de sfeer die ze zien aan de hemel: verblindend licht dat hen de weg wijst.
En uiteindelijk gaan Maria en Jozef gedwongen door geweld op weg. Jezuskind, vluchtelingen-kind … in wiens herberg mogen zij schuilen, waar een nieuw bestaan opbouwen?

Als afsluiting deel ik met u graag onderstaande zegenbede:

Zegen van onrust

Moge God ons zegenen met onrust
over gemakkelijke antwoorden,
halve waarheden en oppervlakkige relaties zodat er diepgang is in onze harten.

Moge God ons zegenen met boosheid
over onrechtvaardigheid, onderdrukking en de uitbuiting van mensen zodat we werken voor rechtvaardigheid, vrijheid en vrede.

Moge God ons zegenen met tranen
die we plengen voor hen die leiden door pijn, verstoting, honger en oorlog,
zodat we onze handen zullen uitstrekken tot troost.

En moge God ons zegenen
met zoveel dwaasheid dat we geloven
een verschil te kunnen maken in deze wereld. Zodat we doen waarvan anderen zeggen dat het onmogelijk is.

Franciscaans zegenbede

Gezegende kerstdagen

Read More →
Exemple

‘ Eerste liefde’

Ik kwam er een mooi klein verhaaltje over tegen. Een pasgetrouwd stel liep op hun huwelijksreis door de kunstenaarswijk in New York. Daar zagen ze op een gevel staan: ‘Love invents us’. En ik dacht: ja, dat is wat ik geloof. In drie woorden.

Deze woorden helpen mij om God beter te begrijpen. Als we iets zijn, komt het uit liefde voort. Wat niet uit liefde voortkomt, is leeg. God is overstromende liefde. Dat was de schepping. Gods Liefde kan zich niet meer beheersen en dan vindt hij ons uit, dan is er nóg meer liefde! Telkens als we meer onszelf worden, heeft de liefde ons weer een beetje meer verzonnen. Zo begint de bijbel: De aarde was leeg en donker. En God maakte in het begin met zijn liefde, het licht, het leven.

Je eerste liefde
Dan denken wij aan twee mensen die elkaar voor het eerst zien. En dan bloeit de liefde op. Met een bliksemflits, een liefde op het eerste gezicht, of een liefde die begint met een klein vonkje dat langzaam groeit tot warm vuur.
Maar het begin daarvan blijft bijzonder en maakt vaak pure gevoelens los, een hartstocht, waarvan je hoopt dat die liefde een leven lang mee gaat. Een leven lang je leven delen in liefde.
Wat je eerste liefde losmaakt aan energie en enthousiasme kun je trouwens op allerlei andere gebieden van het leven ook meemaken. Het eerste enthousiasme waarmee iemand zijn baan begint. Of het begin van een studie. Je eerste keer dat je zelf de vruchten oogst die je zaaide. Het eerste huis dat je bouwt. De eerste geslaagde les als meester of juf of een preek die je houdt. Het eerste schilderstuk of gedicht van een kunstenaar. Dat eerste gevoel: dit is het!

Maar juist dat eerste enthousiasme gaat nog al eens verloren. Ook in het geloof. De brief naar de gemeente van Efeze gaat erover: U hebt de liefde uit het begin losgelaten. (Openbaring 2 : 4)
De gemeenteleden zijn hun enthousiasme verloren. Het geloof is overgegaan in routine. Je doet nog wel geregeld mee. Maar de ontroering is eruit. De verwondering maakt plaats voor gewoonte en gewenning. En misschien kan dat ook niet anders. Herhaling is in het leven iets onvermijdelijks en zelfs onmisbaar. Uit de eerste verliefdheid groeit ook liefde.

Toch wil ik u aan het begin van dit nieuwe seizoen vragen: denkt u nog wel eens terug aan die eerste momenten dat geloof aansprak? Dat u aan Gods woorden iets beleefde? Dat u geraakt werd door iemand die oprecht christen wil zijn? Aan Gods liefde voor ons hoeven we niet te twijfelen. Wij zijn Zijn eerste liefde. Hij heeft er alles aan gedaan om dat te laten merken. Kijk maar naar Jezus, als twee druppels water lijkt Hij op de Vader.
Hij heeft die liefde niet opgegeven. Nu wij nog.

Sören Kierkegaard bad:

Gij hebt mij ’t eerst bemind,
o God.
De hele dag,
Het hele leven door
Bemint Gij mij het eerst.

(Lees meer in Liedboek blz 529)

Read More →
Exemple

‘ Opzouten en wegwezen….!’

‘Jullie zijn het zout in deze wereld’ (Math. 5:13a NBV)

Dat is ook wat moois, dan heb je de zomer nog in je hoofd, met het milde zout van zomerse  zweetdruppels, verzameld op lome zomerse dagen of bij een heerlijk dagje uitwaaien aan het strand met het zilte zeewater op je lippen en in je neus, en dan lees je dit.

‘Opzouten en wegwezen … ! (Heb ik nu even uw aandacht ?

Een nieuw kerkelijk seizoen staat voor de deur en ik wil u graag uitnodigen om daar ook aan mee te doen. Het landelijke thema waar wij ons ook bij aansluiten is: ‘Deel je leven’. Nou, zult u zeggen, ‘opzouten en wegwezen’ dat is toch precies het omgekeerde,

dat is: ik wil je leven niet delen. In deze ene uitdrukking zit veel verstopt van negatieve tendenzen van onze wereld.

‘Opzouten’

Bij ons heeft ‘opzouten’ een negatieve toon, maar opzouten stamt uit de tijd dat in de scheepvaart producten (opge-)gezouten werden om ze tijdens de reis onderweg goed te houden. Alleen als je goed ‘opgezouten’ had, kon je de wereld rond, kon je ‘wegwezen’.

En zout is in onze tijd heel goedkoop, we strooien het met tonnen tegelijk over onze wegen. Maar in Jezus’ dagen was zout heel kostbaar. Als we in de Bijbel dan ook lezen over God en zijn volk die elkaar een belofte doen, dan gaat het om een ‘dure belofte’, een met zout bekrachtigd verbond.’ (Num. 18:19) Als God zich liefdevol aan mensen verbindt (doop!), dan doet Hij dat met liefde die geen houdbaarheidsdatum kent.Wie in Christus gelooft, is in Hem ‘veilig’ om de wereld in te gaan om daar gelovig verschil te gaan maken.

‘Jullie zijn het zout’

En Jezus zegt het ronduit tegen zijn leerlingen, tegen iedereen die in Hem gelooft, Hem wil volgen: Jullie zijn het zout in deze wereld. Het valt mij op dat Jezus niet zegt: jullie moeten het zout zijn, of het is mijn liefste wens, of het zou mooi zijn dat … Nee, Hij zegt, als jullie mijn leerlingen zijn, dan ben je gezouten, dan ben je zout in deze wereld.

En deel dan maar je leven met wie je maar tegenkomt in je ‘netwerk’. Dat kan thuis zijn of op je werk, op facebook en twitter, maar evengoed langs de lijn of in een praatje met de buurman, op straat en in de kerk. U en ik, wij zijn allemaal zoutkorrels.

En de smaak van zout komt beter tot z´n recht, als het niet samenklontert. Dat gaat ook voor de kerk op, het is geen goede zaak als we alleen maar ‘samen klonteren’ bij elkaar, maar als zoutkorrels ons leven en ons geloof te delen.

Daar willen we ons met de activiteiten voor het komende winterseizoen op richten.

Denkt u maar aan het vertrouwde ‘Eten met een praatje’ maar er zijn ook gesprekken met onze jongere generaties, een kring rond de schurende vragen van religie en geweld. En onze jeugdwerker Carlijn Niesink trekt de kar van het project World Servants, van Kindernevendienst XL en Tienerdiensten. Wilt u hier meer van meer van weten, kijkt u dan in ons nieuwe winterwerkboekje.

Dit jaar dus met het motto: ‘Deel je leven, dus opzouten en wegwezen!’

  1. Arjan Bouwknegt

 

Read More →
Exemple

Pasen doet je wat

Pasen doet je wat

Pasen, elk jaar weer raakt het mij. Want als we Pasen vieren, vieren we het hart, het geheim van ons geloof. Met de kinderen het spel spelen van eieren zoeken sluit daar heel mooi bij aan. Aan de ene kant kijk ik er naar uit. De mooie diensten in een hele Stille Week onderweg naar Pasen. Ook dit jaar bent u elke avond van harte welkom. De verstilling en de eerbied ontroeren mij. De tocht die we maken in een stille kerk, tot op het feest van het nieuwe licht, raakt mij – dieper dan ik zeggen kan. Pasen, vreemd en vertrouwd, maar altijd iets om naar uit te zien.

Maar er is ook een andere kant. Ik voel me vaak wat ongemakkelijk als het over Pasen gaat. Zeker als er wat over geschreven of gezegd moet worden. In de kerk menen we altijd wat te moeten zeggen met Pasen,  iets uitleggen. In de Rooms-katholieke kerk en meer nog in de Oosters–orthodoxe kerk is Pasen vooral een feest dat gevierd wordt. Ik snap dat wel. Pasen is een feest dat we moeten vieren en niet moeten uitleggen.

Want Pasen is helemaal niet te begrijpen – zelfs onze enige getuigen, de bijbelschrijvers, stotteren erbij. Het is niet te begrijpen hoe de gruwelijke executie van een rechtvaardig mens kan leiden tot een feest van bevrijding en verzoening. En het is niet te bevatten dat vrouwen en mannen elkaar bij een leeg graf in de armen vallen en elkaar toeroepen: ‘Wij hebben de Heer gezien!’ Het is niet te begrijpen, maar het is wel waar!

Het is niet te begrijpen, totdat we het gaan vieren. Al vierend ontsluit Pasen haar geheimen aan ons. Eenvoudig die oude getuigen aan het woord laten en de verhalen laten klinken. Hele oude verhalen van bevrijding uit Egypte. En de verbijsterende verhalen van Jezus, die een weg ging – moest gaan! – van vernedering en verlating, die werd geslagen en door zijn beste vrienden werd verraden. De droevige verhalen van zijn kruisiging en zijn begrafenis. En tenslotte de wonderlijke en blijde verhalen van de ontmoeting met de Opgestane en de jubel bij het lege graf. In al die verhalen klinken woorden van bevrijding door, steeds duidelijker, steeds blijer.

Bij het lezen van deze verhalen worden we geraakt. Eerst worden we stil, meegenomen in het verdriet. Dan leren we het uithouden, twee nachten lang, in de verlatenheid van dood en afscheid. En uiteindelijk gaan we zingen, gaan we jubelen – dat kan niet anders: ‘De Heer is waarlijk opgestaan!’ Als we zo Pasen vieren en het héle verhaal willen horen, dan wordt het ook in ons leven weer Pasen. Dan weten we dat doodlopende wegen toch verder gaan. Dan leren we het weer een beetje uit te houden in de leegte van het eigen gemis en in het wereldwijde kwaad waartegen je je machteloos kunt voelen. Dan gaan we God zien en kunnen we elkaar werkelijk toeroepen: ‘Wij hebben de Heer gezien!’

Ds. Arjan Bouwknegt

 

 

Read More →
Exemple

Ho ho ho….

Er was eens een arme boer in China die een fraai mooi wit paard had. De dorpelingen waren jaloers en er werd vaak een hoog bod gedaan op het paard. De boer sloeg het af. Hij kon het geld goed gebruiken, maar hij zag het dier als ‘een vriend’ waar hij geen afstand van wilde

doen. Op een dag was het paard verdwenen uit zijn stal. Zie je wel zeiden de dorpelingen, het paard is gestolen, je had het moeten verkopen, wat een ongeluk…

Ho, ho, ho, zei de boer, niet zo snel. Feit is dat het paard niet meer in zijn stal staat. De rest is een oordeel. Of het een geluk of ongeluk is, valt te bezien. We kennen maar een klein deel van de geschiedenis van ons leven. Wie weet wat er nog gaat gebeuren? Twee weken later kwam het paard terug. Hij had 12 soortgenoten meegenomen, mooie wilde witte paarden. De dorpelingen hadden uiteraard hun mening klaar: je had toch gelijk boer, dit is echt een geluk.

Ho, ho, ho, zei de boer. Laten we dat even afwachten. Door één zin van een boek te lezen weet je toch ook de inhoud van het boek niet? De dorpelingen verklaarden de boer voor gek. Nu bezat hij zelfs 13 prachtige witte paarden en vond zichzelf géén geluksvogel…?

De zoon van de boer ging de wilde paarden temmen en werd ernstig gewond door een val van een van de paarden. Hij raakte verlamd aan zijn benen. Weer kwamen de dorpelingen bij de boer. Ach  je had gelijk, de paarden brengen je alleen maar ongeluk. Je enige zoon is verlamd aan zijn benen. Wie gaat nu voor je paarden zorgen en voor je oude dag?

 

Ho, ho, ho, zei de boer weer. Mijn zoon kan zijn benen niet meer gebruiken, dat is alles. Wie weet wat het ons brengt, niemand kan de toekomst voorspellen. Intussen brak er oorlog uit in China en de jonge mannen moesten het leger in. De invalide zoon van de boer niet. De dorpelingen waren geschokt over de oorlog en beklaagden zichzelf. Onze zonen moeten de oorlog in en die van jou niet. Hij mag wel bij jou thuis blijven.

Ho, ho, ho, zei de boer. Mijn zoon blijft thuis bij mij, dat is waar. Of het goed of slecht is, een geluk of ongeluk, zal de tijd ons leren…

Het bovenstaande verhaal uit China brengt mij dicht bij Kerst. Het feest van de geboorte van Christus. Een kind nog maar, wat kan dat nu betekenen voor deze wereld? We vragen het zo vaak aan God, op een manier zoals ook de dorpelingen de boer naar zijn paard en zijn zoon vragen. We willen ons leven, ons geloof, onze kerkgang, ons gebed zo graag ergens toe laten dienen. Het kind moet dan zo snel mogelijk uit de kribbe, de wereld in, voor ons uit lopend in bescherming, als oplosser van al onze vragen.

Maar moeten we straks met Kerst ook niet een paar dagen accepteren dat God ons in Christus een ‘licht voor de wereld’ geeft, zoals de herders hoorden en zagen in de nacht op het veld?  Een licht om het leven te vertrouwen zoals het zich voordoet? Alle ruimte gevend aan de toekomst en hoe deze zich aandient? In het leven van de boer gebeurt van alles, maar hij gaat als het ware midden in de orkaan zitten.

Daar heerst rust en vrede waardoor de omstandigheden positief beïnvloed kunnen worden. Zo’n Kerst gun ik ook U. Een paar dagen van ‘ho, ho, ho’. Tijd van innerlijke vrede en even loskoppelen van alles wat er rondom ons gebeurt. Daarmee steken we de stekker in de allergrootste krachtbron van  ons geloof: de stilte waarin God zich laat horen in een weerloos kind. We ontvangen het in het licht van Gods belofte van ‘vrede op aarde voor mensen van Gods welbehagen’. Van vrede op aarde voor de mensen van wie God houdt.

Arjan Bouwknegt

Read More →