Meditaties

archive

Home Meditaties

Afscheid

Het komt steeds voorbij deze weken. Dat je telkens iets voor de laatste keer doet. Of dat iemand tegen mij zegt: ‘Dit was zeker de laatste keer, dumny?’ En ik ontkom er niet aan om dan te moeten zeggen: ‘Ja, dit is de laatste keer.’ Zo schrijf ik nu ook voor de laatste keer een meditatie in ons prachtige Tsjerkelûden. En wat wil je dan nog kwijt. Er schiet mij een regel te binnen uit een gedicht van Rutger Kopland: 

Weggaan kun je beschrijven als een soort van blijven. 

En ik denk, ja zo voel ik het. In deze tien jaren hebben we veel met elkaar beleefd, verdriet en vreugde gedeeld, en aan elkaar geloof gevonden en gegeven. Met elkaar ook die zeldzame, kostbare ervaringen opgedaan, dat de God van de Bijbel ook onze God is. We zijn samen blijven bouwen aan kerk zijn in Jezus’ naam.  In het interview van Ria met mij en Jacqueline kunt u daar meer over lezen. En ook al ga ik weg uit Berltsum, Berltsum gaat niet weg uit mij.   Meer lezen over Afscheid

Lees meer →

Pasen in ons leven 

Het is wel een dubbel gevoel voor mij deze periode. Aan de ene kant nog op allerlei manieren betrokken bij alles wat hier ‘by ús in Berltsum’ gebeurt aan lief en leed, waar we naar toeleven, de plannen die we maken. En aan de andere kant is het ook een periode van afscheid nemen, van stap voor stap elkaar los laten. Ik wil u nu al bedanken voor alle goede woorden en gebaren in allerlei ontmoetingen. Woorden waarin je hoort hoe je voor elkaar van betekenis bent geweest, hoe je samen een weg bent gegaan, in geloof. En ook woorden die me helpen bij het afscheid nemen. Bedankt daarvoor. 

En dan vliegen je gedachten ook door tien jaren Berltsum en wat we allemaal samen hebben beleefd. Het begin, mijn intrede, was op 10 mei 2009. Maar er was ook een tweede begin voor mij, op zondag 10 juni 2012, na een jaar van verlamming en weer opstaan. En dat heb ik ervaren als een echt, nieuw begin. Een nieuw begin met Gods hand in mijn rug en met jullie lieve mensen van Berltsum, die mij weer (mee) overeind hebben geholpen. Nu ik zo wat over deze dingen zit te mijmeren, krijg ik een tekst onder ogen van Marinus van den Berg. Een tekst die mij raakt, een tekst die wel voor mij geschreven lijkt, gegroeid in de tijd dat hij nog als geestelijk verzorger in de psychiatrie werkte. Woorden die ontroerend vertellen hoe het nog elke dag Pasen kan worden in ieder mensenleven. Ik deel het graag met u.  Meer lezen over Pasen in ons leven 

Lees meer →

Rekentoets 

In de krant las ik dat de verplichte rekentoets waarschijnlijk volgend jaar wordt afgeschaft. 

Er zal gekeken worden naar andere manieren om kinderen en tieners te leren rekenen. 

Nou, in de Bijbel komen we dat ook tegen, een rekentoets. We kennen het verhaal allemaal, we noemen het vaak de wonderbare broodvermenigvuldiging. 

 Johannes vertelt dit verhaal ook in zijn evangelie (in hoofdstuk 6). Hij begint met de opmerking dat ‘het Pascha, het feest der Joden, nabij was’. Dus het verhaal wordt vanuit Pasen verteld. Het is een voorproefje van Pasen, van die bevrijde, nieuwe levenswijze die onze levenswijze van berekening en het recht van de sterkste doorbreekt en overwint.
Jezus zegt dan: ‘Laat iedereen gaan zitten. En dan staat er nog een klein zinnetje: “Er was daar veel gras”. Het lijkt een onbelangrijke opmerking, waar je zo overheen leest. Maar het werkt als een soort belletje dat naar iets verwijst. Let op, nu wordt het wérkelijk waarover Psalm 23 al zong: “De Heer laat mij rusten in groene weiden, waar het mij aan niets ontbreekt. U nodigt mij aan tafel.” Psalm 23 gaat hier léven; vijfduizend liggen aan, er wordt gedankt, er wordt gedeeld en er blijven twaalf manden brood over. Meer lezen over Rekentoets 

Lees meer →

 Om elkaar te ontmoeten, hoeven we tegenwoordig de deur niet meer uit. Ons sociale leven gaat steeds meer via een computer of een smartphone. Via facebook, twitter, sms, e-mail of whatsapp onderhouden we onze contacten. Best handig. Zo denk ik dat heel wat mensen zich dankzij de social media minder eenzaam voelen. Alleen, digitaal is maar digitaal. 

Wanneer twee mensen elkaar werkelijk ontmoeten, spreekt de Bijbel van een ontmoeting ‘van aangezicht tot aangezicht’. Voor de Facebookgebruikers onders ons, van Face to face.  Meer lezen over Kerst, het feest van ‘Face to face’ 

Lees meer →

Thema voor dit jaar is: ‘Een goed gesprek’. In dat kader begon onze voorzitter Sybren zijn opening op de laatste moderamen vergadering met een paar ezelsbruggetjes voor een goed gesprek. Misschien kent u ze wel, maar een paar tips voor een goed gesprek kunnen we allemaa goed gebruiken, dacht ik zo. Ik zet ze voor u op een rij: 

 

  1. Stel open vragen
  2. Wees een OEN(Open, Eerlijk en Nieuwsgierig)
  3. Laat OMA thuis(Opvattingen, Meningen en Adviezen)
  4. Gebruik LSD(Luisteren, Samenvatten, Doorvragen)
  5. Smeer NIVEA(Niet Invullen Voor Een Ander)

 

‘Zeg het tegen God’ 

Deze handvol vuistregels kan ons helpen in het contact tussen mensen. Maar hoe werkt dat tussen ons mensen en God. Want het klinkt zo eenvoudig: ‘Bidden is praten met God’. Maar hoe werkt dat dan? Over dit onderwerp zijn hele boeken vol geschreven, dus ik beloof u niet dat ik u HET antwoord kan geven. Maar ik kreeg dit zomer wel een boekje in handen dat mij helpt om er niet alleen over te denken, maar om het ook te doen, praten met God. Het boek is geschreven door de Italiaanse benedictijner monnik Luigi Gioia en heeft als titel ‘Zeg het tegen God’. Voor hem is bidden als ademhalen, hij doet het ‘eigenlijk’ de hele dag. Het raakte mij hoe hij daar over vertelt, want ik zag opeens zijn manier van bidden veel weg heeft van hoe Jezus dat ook doet, in contact blijven met de Vader. In onderstaand artikel ziet u een bewerking van een interview met Gioia. 

 

Helpt bidden? 

Deze vraag staat veel mensen in de weg bij het bidden. Ik vind het antwoord van Gioia verrassend. Eigenlijk vindt hij de vraag of een gebed beantwoord niet zo belangrijk. “Bidden helpt alleen al doordat ik als ik bid de dingen anders ga zien. Volgens mij is dat een wonder. Mensen realiseren zich vaak onvoldoende dat op het moment dat ze begonnen te bidden, zich al anders voelden. Ze voelden zich in harmonie met iets groters, noem het God. Ik geloof dat bidden altijd tot een verandering leidt. Vaak is het alleen niet op de manier dat we gehoopt of gedacht hadden.”
Hijzelf kan geen dag zonder bidden. “Leven is voor mij als de stukjes van een puzzel. We kijken ernaar en we zien eerst alleen de stukjes en we verliezen vervolgens het overzicht. Bidden helpt mij om van die stukjes weer één beeld te maken.” 

 

1 Je kunt overal bidden 

“We hebben de neiging heel hard te zoeken naar de ideale omstandigheden om te bidden. Een rustige plek, genoeg vrije tijd en de juiste stemming. Dat soort dingen. Op deze manier ga je nooit bidden. Heb je bijvoorbeeld een rustige plek, dan ben je niet in de stemming. Lawaai of een slechte stemming of een verkeerd moment, het maakt niet uit: alles kan in een gebed worden omgezet. Op het moment dat ik dat door had, kon ik overal bidden. Soms zijn we gewoon te beleefd om te bidden. Denken we dat we voorzichtig met God moeten zijn. Maar God is altijd bij ons. Altijd en overal. Hij is bij me als het lawaaiig is en als het stil is. Het is mijn gewoonte geworden om constant met God te praten, want dat is bidden toch vooral voor mij. Of ik nou wandel of in de auto zit, ik praat met Hem. Zodra ik in de auto zit, begin ik al met bidden. Ook al is het maar een ritje van tien minuten. En dan begin ik altijd met de dingen waar ik me het meest zorgen over maak. Zelfs over dingen die we ongepast vinden als het om God gaat. Als ik bijvoorbeeld kwaad ben. God wil mijn woede horen en dus moet ik die met Hem delen en vertellen waar die vandaan komt. Zelfs als ik vol lustgevoelens zit, kan dat een plek krijgen in mijn gebed. God weet wat het is om mens te zijn, Hij heeft me zo geschapen.” 

 

2 Gebed is een gesprek dat  God met jou begonnen is 

“Bidden is tweerichtingsverkeer. Daarom is de Bijbel zo belangrijk, want daarin praat God met ons. Daarin raakt hij ons aan met zijn woorden. In de Bijbel lees je hoe Jezus mensen geneest, hoe hij met zijn leerlingen rondtrekt, hoe hij praat met de Samaritaanse vrouw, daar kan je God ontmoeten in de Psalmen. Bidden is vaak een antwoord op God die ons ‘aanraakt’ met Zijn woorden. Tegen mensen die God niet kunnen vinden, zou ik willen zeggen: ‘Alleen al het feit dat je dingen aan hem toevertrouwt, maakt een verschil in je leven.’ Zelfs als een gebed niet beantwoord wordt. Maar zeg wel tegen Hem: ‘Ik vind het frustrerend dat ik niets van U hoor.’ Het is belangrijk het gesprek niet te beëindigen. Je moet altijd door blijven bidden. Zoals Jezus op het kruis. Zelfs op het moment dat hij het gevoel had dat God hem had verlaten, bleef hij met Hem praten.” 

 

3 Kijk naar het voorbeeld  dat Jezus zelf heeft gegeven 

“Toen ze Jezus koning wilde maken, deed hij iets opmerkelijks: hij ging gelijk in gebed. Ander voorbeeld: hij verricht een groot wonder en dat maakt hem gevierd. Wat doet Jezus dan: hij gaat weer bidden. Wat hij eigenlijk doet is afstand nemen. Hij laat ons zien dat het goed is om je af en toe terug te trekken in jezelf, om afstand te nemen. Anders zijn we constant ‘ in de gebeurtenissen’ en missen we het overzicht. Jezus bidt omdat hij dan in een ‘ruimte’ komt waar hij contact kan maken met zijn Vader. Met God.” 

 

4 Zoek naar een goede houding  om te bidden 

“Dan bedoel ik niet of je op je knieën moet gaan om te bidden. Iets wat ik trouwens niet kan. Ik zit liever. Welke houding moet je aannemen om God te bereiken? Daarbij is het van belang om God niet te zien als een wezen dat bestaat op verre afstand, maar als iemand met wie je dagelijks verkeert. Die ons helpt begrijpen waar het in het leven om draait en wie hij werkelijk is. Hij is een Vader, hij geeft om ons en hij houdt van ons. Hoe meer ik zelf met dit beeld vertrouwd raakte, des te meer veranderde ik. Door jezelf als Zijn zoon of dochter te beschouwen, heb je altijd toegang tot Hem. Jezus is daarin natuurlijk hét voorbeeld. Als zoon van God heeft hij ons laten zien wat het betekent om kind van God te zijn.” 

 

5 Hou het kort  en simpel 

“Gebeden hoeven niet eindeloos lang te zijn. Zelfs een zin, een kreet of een woord kan een gebed zijn. Hou het kort, hou het simpel, doe het vaak en wees echt. Zolang het maar tegen God gericht is. Dat leren we in de Psalmen, die bevatten een schat aan korte zinnen die lucht geven aan alle mogelijke situaties in je leven. Hou het kort en herhaal het veelvuldig, zou ik willen zeggen. De woestijnvaders, zeg maar de eerste monniken, vergeleken het gebed met een pijl. Gebeden moeten als pijlen zijn die je op God afvuurt. Ze zijn snel en je moet er veel gebruiken. Dit beeld laat ook zien dat iedereen kan bidden, ook al heb je weinig tijd.” 

 

6 Wees eerlijk 

“Als je gelooft dat God alles van je weet kun je – ook al zou je dat willen – geen dingen voor Hem achterhouden. Bidden vraagt ook een gezonde dosis zelfkennis. Je moet jezelf in de ogen durven kijken. Vaak durven we God geen dingen toe te vertrouwen, omdat we ze niet eens tegen onszelf durven te zeggen. Bidden kan dus een manier zijn om een gezonde wijze eerlijk naar jezelf te kijken en je tekortkomingen onder ogen te zien. 

 

7 Zeg het  tegen God 

“Belangrijkste les is: breng het onder woorden. Leg het bij God neer. Als ik terugkijk op mijn gebedsleven, kan ik alleen maar zeggen dat alles ervan afhankelijk is. Het heeft voor mij alles veranderd. Er zijn gebeden van mij beantwoord en anderen niet. Eén gebed is heel pijnlijk voor mij geweest, het werd niet beantwoord en leidde bij mij tot een grote crisis. Ik kon niet begrijpen waarom God mijn gebed niet verhoorde. Ik dacht dat God naar me zou luisteren. 

Nu kijk ik er anders tegen aan. Nu zie ik dat God vaak machteloos is. En Hij denkt op lange termijn. Soms grijpt Hij direct in de geschiedenis in en verandert dingen meteen. Maar Zijn favoriete manier om dingen te veranderen, is om het aan de geschiedenis over te laten. Dingen veranderen dan van binnenuit. Hij zelf is deel van de geschiedenis.” 

 

Lees meer →

‘Een goed gesprek’ 

 ‘Jezus vertrok met zijn leerlingen naar de dorpen in de buurt van Caesarea Filippi.’ 

(Marcus 8 : 27) 

 Velen van ons zijn er in de afgelopen tijd op uit getrokken om mooie plaatsen en streken te ontdekken en er van te genieten. Zulke streken waren er ook in Jezus’ dagen. En daar ging Hij ook naar toe. 

De omgeving van Caesarea Filippi is een prachtig natuurgebied met een heerlijk koel klimaat. De bergachtige streek is het bronnengebied van de Jordaan. Een heerlijk wandelgebied om op adem te kunnen komen.  De stad lag aan de uiterste noordgrens van Israël. De stad en de omgeving waren nog net geen buitenland. 

Het doet me denken aan de grensplaatsen in ons eigen land, bijvoorbeeld in Zuid-Limburg, waarbij je soms het gevoel hebt dat je al in het buitenland zit terwijl je nog gewoon in Nederland bent…  

De stad en haar omgeving lagen een eind verwijderd van Jeruzalem, het Joodse religieuze centrum. De stad was sterk heidens gekleurd. In de stad had koning Herodes 20 jaar voor Christus een witmarmeren tempel laten bouwen die hij wijdde aan de Griekse god ​Pan. 

Was juist deze omgeving (verder weg van het Joodse religieuze leven) de geschikte locatie om het goddelijk geheim van Jezus’ identiteit aan te roeren? Een lijn naar het thema is in ieder geval te trekken: Jezus laat ons hier zien: een goed gesprek heeft ​een goede omgeving nodig, die rust uitstraalt. (Bovenstaande tekst met dank aan ds. Paul Blom, website PKN, Startzondag) 

 Maar met een goede omgeving ben je er nog niet. Marinus van den Berg, (pastor in een verpleeghuis), zegt het heel treffend: ‘Een mens is niet open uit zichzelf. Een mens is van nature dicht. Je kunt als mens wel opengáan’. Wanneer ga je open? Als je je veilig voelt. Als er vrede is. Als iemand je opzoekt en je ziet in je kwetsbaarheid en je waardeert in wie je bent. In een sfeer van erkenning kunnen mensen openbloeien en ontvankelijk worden voor vrede en liefde. Probeer uit te vinden, bij welke mensen je je veilig voelt’. 

 Ik wil daar graag aan toevoegen, probeer uit te vinden hoe je zelf zo’n mens kunt zijn, iemand bij wie een ander zich veilig voelt, en open gaat. Dan geloof ik dat je samen mag ervaren wat een prachtig lied van Taizé ons in het hart legt: ‘Waar vriendschap woont en liefde, daar is God zelf’! 

In het komende winterseizoen kunt u/jij op allerlei plekken aanschuiven voor een goed gesprek. Van het vertrouwde ‘Eten met een praatje’, wijkavonden thuis bij elkaar en de bijbelkring tot een Running Diner 2.0 en nog veel meer… 

 

Een goede omgeving, een goede maaltijd en goed gezelschap nodigen vanzelf al uit tot een goed gesprek. En dan kan het niet anders of we raken aan de vraag die Jezus ons al stelt zolang de kerk er is: 

‘Wie zeggen de mensen dat ik ben?’ 

‘En wie ben ik volgens jullie?’  Petrus antwoordde: ‘U bent de messias.’(Marcus 8:27-29) 

 

Dat is mijn wens voor het komende seizoen: Dat er tijd en ruimte zal zijn voor een goed gesprek met elkaar en met onze Heer ! 

 

Lees meer →

De vakantie staat voor de deur. Een tijd waar veel mensen naar uit kijken. Even vrij, even bevrijd van alle druk en drukte. Een tijd om te genieten, om tot rust te komen, en op andere gedachten te komen. Misschien helpt het volgende verhaal. Alje Mulder vertelde het mij. 

Hij zei: Ken je dat verhaal van die pot met golfballen? Ik zei: nee, maar je maakt me wel nieuwsgierig. 

 Een pot golfballen 

Een professor stond voor zijn klas en had voor zich een aantal spullen liggen. Op het moment dat zijn les begon, pakte hij een grote, lege glazen pot en vulde deze met golfballen. Hij vroeg zijn klas of de pot vol was. En ja, zei de klas, de pot is vol. 

Vervolgens pakte de professor een doos met steentjes en gooide deze ook in de pot. Hij schudde de pot en de steentjes rolden de pot in en namen plaats op de lege plekjes tussen de golfballen. Weer vroeg hij zijn klas, is de pot vol? En ja, stemden zij in, de pot is vol. 

Toen pakte de professor zijn volgende doos, deze was gevuld met zand. En ook deze deed hij in de pot. Zoals je misschien begrijpt, de zandkorreltjes namen plaats in de lege ruimten die de pot nog had. Toen hij weer vroeg aan zijn studenten of de pot vol was waren zij het unaniem met elkaar eens, ja, de pot was nu echt vol. 

De professor haalde twee glazen gevuld met bier onder zijn bureau vandaan en gooide de hele inhoud in dezelfde pot. Het bier vulde de mini gaatjes die nog over waren gebleven. De studenten lachten. 

‘Stel je voor, zei de professor, dat deze pot jouw leven voorstelt. De golfballen zijn de belangrijkste dingen: je familie, je kinderen, je gezondheid, je vrienden en je grootste passies (je geloof [Symbool]). Als je al het andere zou kwijtraken en je alleen dit zou overhouden, dan was je leven nog steeds vol, compleet. De steentjes zijn de andere dingen die ook belangrijk zijn, zoals je baan, je huis en je auto. En het zand is de rest, de kleine dingen. 

Als je het zand als eerst in de pot doet,’ vervolgde hij, ‘dan is er geen ruimte meer over voor de steentjes en de golfballen. En in het leven werkt dat precies op die manier. 

Als je al je tijd en energie besteedt aan kleine dingen, dan zul je nooit meer ruimte hebben voor de dingen die echt belangrijk zijn. 

Focus je op de dingen die echt belangrijk zijn voor jouw geluk. Breng tijd door met je kinderen. Breng tijd door met je ouders. Ga op bezoek bij je grootouders. Neem je partner mee uit eten. Er is altijd nog tijd om het huis schoon te maken en het gras te maaien. Zorg eerst dat je de golfballen in je pot hebt zitten, de dingen die echt belangrijk zijn. De rest is alleen zand.’ 

Een van de studenten steekt haar vinger op en vraagt waarvoor het bier stond. De professor lachte en zei ‘Ik ben blij dat je het vraagt. Het bier laat zien dat het niet uit maakt hoe vol je leven ook lijkt, er is altijd ruimte voor een paar biertjes met vrienden. Een goede zomer gewenst.
Arjan Bouwknegt

Lees meer →

Pasen

 In een circus laten ze wel eens zien dat iemand zich vanuit grote hoogte laat vallen in de armen van mede artiesten. Je moet elkaar dan wel volledig vertrouwen, anders doe je zoiets niet. De toeschouwers houden toch elke keer de adem in, het blijft spannend om naar te kijken. Misschien ook omdat wij weten en zien dat het in het leven niet altijd zo gaat. Je kunt niet zomaar iedereen en alles vertrouwen. Dat vinden we naief. 

 In de reclame wordt trouwens dankbaar ge(mis)bruik gemaakt van hele of halve waarheden. Dat weten we en daarom gaan we niet over één nacht ijs en proberen er achter te komen of het  klopt. Dan googelen we wat op internet, maar die informatie is ook niet helemaal te vertrouwen en wat ons via andere media wordt voorgehouden is meestal zo ingekleurd dat de hele waarheid nauwelijks of niet te achterhalen is. Goedgelovige mensen worden makkelijk bij de neus genomen. (Ik vind het opvallend dat jongeren b.v. wikipedia zien als betrouwbaar. [Symbool])
Maar wie niemand en niets gelooft komt ook niet ver. Gelukkig kunnen verreweg de meeste kinderen vertrouwen op hun ouders en de mensen om hen heen. Maar we leven wel in een tijd met ‘fake- nieuws’ en een bombardement aan informatie waar generaties voor ons zich geen enkele voorstelling van konden maken. Voorzichtigheid en kritisch onderzoek heb je nodig. 

 

Maar waar en bij wie kun je daarvoor te rade? Bij mensen en organisaties die je zelf betrouwbaar vindt. En hoe weet je dat? Het begint met je eigen ervaring. Jezus zelf zei: Geen één vader geeft toch zijn zoon een steen als hij om een brood vraagt? Of een slang als hij om een vis vraagt?’ (Lucas 11 Basisbijbel). Maar zoek en je zult vinden, klop en er zal je worden opengedaan. Dat is het tweede advies van Jezus. Ga zelf op zoek, op onderzoek. En je zult vinden. Ook als het gaat over geloof in God, in Jezus als de Opgestane. Ook als het gaat over Pasen.
 

Dan zijn we bij Thomas, één van Jezus’ leerlingen, in goed gezelschap. Als hij anderen hoort vertellen over hun ontmoeting met de Opgestane, dan gooit hij dat niet meteen aan de kant als sprookjes of wartaal van verdrietige, wanhopige mensen. Maar hij gelooft het ook niet zomaar. Hij neemt de tijd om te zoeken naar wat hij zelf gelooft. En bij wie gaat hij op zoek? Hij begint met zijn maten, zijn vrienden die drie jaar lang met Jezus hebben opgetrokken. Hij kent ze. Hij hoort de vrouwen vertellen over hun ontmoeting bij het open graf, hij hoort Petrus over zijn ontmoeting met de Levende. Maar dat is voor hem niet genoeg. De meest betrouwbare die hij kende was Jezus zelf. Hij was er bij geweest, bij zijn kruisiging, bij zijn sterven. Thomas had het nodig om zelf Jezus te ontmoeten. Dan kan hij niet anders dan stamelen: Mijn Heer, mijn God! Ik denk dat velen van ons zichzelf herkennen in hem. Dank je wel Thomas. Jouw verhaal geeft ons vertrouwen. Ook wij mogen erop vertrouwen, wie zoekt zal vinden, zal Hem ontmoeten, de Opstane, de Levende.
 

ds. Arjan Bouwknegt

 

Lees meer →

In een ander Licht

In een ander Licht

In de maand december ervaren we vaak duidelijk de tegenstelling tussen licht en donker. De dagen zijn kort en de nachten duren lang. Voor velen is deze tijd van het jaar niet de gemakkelijkste. De meeste mensen zijn niet zo op het donker gesteld. We verlangen naar licht, naar warmte en veiligheid. Om de afwezigheid van zon en licht wat op te heffen steken we kaarsen aan, op zoek naar warmte en licht.

Zo bereiden we ons ook voor op de viering van het Feest van het Licht. Want juist in deze donkere maand vieren we de geboorte van Jezus, het Licht der wereld. We zingen advents- en kerstliederen, die spreken van de vreugde om de komst van het Licht. En we doen dat elk jaar opnieuw.

‘Zo vriendelijk en veilig als het licht’

Maar wat beleven we er ten diepste aan? Hoe dicht nadert God in Jezus’ geboorte de donkerte van onze dagen? Voelen we ons werkelijk opgenomen in zijn Licht? Huub Oosterhuis heeft een lied geschreven dat begint met: ‘Zo vriendelijk en veilig als het licht, zoals een mantel om mij heen geslagen, zo is mijn God.’ Het zijn woorden die een diepe innigheid uitspreken. En die, als ze werkelijk ervaren worden, ons kunnen uittillen uit de sleur van elke dag. God als een Licht, vriendelijk en veilig. God als een warme mantel om ons heen, liefdevol nabij.

Heel intens zijn deze woorden realiteit geworden in de geboorte van zijn Zoon. Want daar zien we God in het hart. Jezus was een kind als alle andere kinderen. Maar gaandeweg werd duidelijk dat in Hem God zelf aanwezig was. Op de weg die Hij ging straalde Hij vriendelijkheid, veiligheid en warmte uit naar de mensen die Hij ontmoette. Mensen aan de kant, mensen in rouw en verdriet, mensen zonder uitzicht gaf Hij weer licht.

Over enkele weken vieren wij opnieuw zijn geboorte. En niet alleen bij ons, maar over de hele wereld klinken weer de zoete klanken van de kerstliederen. Niet alleen omdat het zo romantisch is, maar omdat Gods Geest ook vandaag nog mensen bezielt en veiligheid en warmte geeft. Licht aan mensen die in het donker leven. ‘Zo vriendelijk en veilig als het licht, zo als een mantel om mij heen geslagen, zo is mijn God.’

Als wij de intentie van deze woorden kunnen meebeleven, kan er een nieuwe glans komen over onze kerstvieringen. Een glans, die een weerspiegeling is van het licht dat in de kerstnacht is geboren. Een weerspiegeling die uitloopt op een opdracht. Want Jezus zegt niet alleen: ‘ik ben het licht der wereld’. Hij zegt ook: ‘Jullie zijn het licht in de wereld.’ Mensen die zelf aangestoken zijn door het Licht, mogen dat Licht verder dragen. Warmte bieden aan mensen die kou lijden, veiligheid aan wie zich machteloos en eenzaam voelen, troost aan wie verdriet hebben.

Licht voor een ander

Zo kan de betekenis van de geboorte van Jezus Christus steeds verder gaan. Zo kan de kring van het Licht zich uitbreiden, tot in het nieuwe jaar, als de kringen van een steen die in het water wordt gegooid. Opdat steeds meer mensen aan het licht komen. Het Licht van Jezus, in wie God heel deze wereld omarmt. ds. AJB

Lees meer →

Een open huis

Jezus houdt open huis. En de vier vrienden van een verlamde man hebben het ook gehoord.

U kent het verhaal vast. Zij willen hun verlamde vriend bij Jezus brengen. Deze man heeft in ieder geval vier vrienden, die hem niet vergeten.

Jezus is in Kapernaüm. Hij was thuis, vertelt het verhaal. Of Jezus een eigen huis had, weten we niet. Misschien was het van hem of van iemand die hij goed kende, in ieder geval was hij er thuis. En Hij houdt ‘open huis’. Maar het was te klein om iedereen te herbergen die bij Jezus wilden zijn. De mensen staan buiten in de rij.

Dan komen ze er aan, de vier vrienden met hun verlamde vriend. Ze dragen hem. En dan zien ze al die mensen voor de deur. Geen doorkomen aan. Wat een teleurstelling. Ze hebben het vast gevraagd: ‘Mogen we er even langs, onze vriend hier is ziek, verlamd, we willen hem bij Jezus brengen.’ Je ziet de mensen hen aankijken: Ja, en ? Waarom denk je dat wij hier staan? Sluit maar achter aan’.

De toegang naar Jezus is geblokkeerd. Hij houdt open huis, maar ze stuiten op een muur van mensen. Het zijn andere mensen die een sta-in-de-weg zijn.

Wij willen als kerk ook graag een open huis zijn, een plek waar iedereen zich thuis voelt en waar je voelt dat je dicht bij Jezus bent, waar je Hem kunt ontmoeten.

Stel je voor dat één van ons iemand meeneemt naar de kerk, of dat er iemand nieuwsgierig binnen komt lopen. Benieuwd om te ontdekken hoe het bij ons is, zou dan die gast iets van Jezus proeven, een open huis?

Vaak zonder dat je het wilt of beseft, kunnen wij ook zomaar een blokkade vormen, een muur van mensen. Omdat we allemaal op ‘onze vaste plek’ zitten, omdat je niet zo goed weet hoe je contact maakt met een gast, omdat het nu eenmaal zo gaat als je elkaar al langer kent ‘ons kent ons’. Omdat we allemaal, zogezegd, Jezus in het oog willen houden, maar niet in de gaten hebben, dat je dan met de rug naar andere mensen staat.

En zo kan het niet alleen gaan op de zondagmorgen, maar net zo goed op maandagmorgen. Wij zijn ‘van de kerk’ , wij willen toch Jezus volgen, en wat merken andere mensen daar van? Wat stralen we uit? Hoe uitnodigend zijn we?

Running Diner

Ik wil graag afsluiten met een inspirerend positief voorbeeld, het Running Diner. De informatie daarover staat ook in het winterwerkboekje. Maar in het kort is het dit: Bij een Running Dinner eet je 3 gangen aan 3 verschillende keukentafels. Gewoon bij mensen thuis, want iedereen kookt en eet mee!

In het eerste weekend van oktober heeft een enthousiaste groep jongere gemeenteleden dit Running Diner georganiseerd voor iedereen van 25 tot ongeveer 50 jaar. We mochten maar liefst 50 (!) mensen welkom heten die hebben meegedaan. Allemaal mensen die hun huis open zetten voor elkaar. Dat was echt ‘Open Huis’. En het smaakt naar meer!

Ds. Arjan Bouwknegt

 

Lees meer →